Einde inhoudsopgave
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
Artikel 25 Niet tot reizen in staat zijnde familieleden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
24-12-1998, Stcrt. 1998, 247 (uitgifte: 24-12-1998, regelingnummer: 733726/98/DJI)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1998, Stcrt. 1998, 247 (uitgifte: 24-12-1998, regelingnummer: 733726/98/DJI)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Penitentiair recht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
Incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde levenspartner, kind en ouder, indien deze wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten.
2.
Incidenteel verlof voor een bezoek aan kind jonger dan 12 jaar kan daarnaast worden verleend indien redenen van sociaal-psychologische aard zich tegen een bezoek van het kind aan de inrichting verzetten, en de gedetineerde het recht op omgang met het kind niet is ontzegd.