Einde inhoudsopgave
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
Artikel 24 Sterfgeval
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
24-12-1998, Stcrt. 1998, 247 (uitgifte: 24-12-1998, regelingnummer: 733726/98/DJI)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1998, Stcrt. 1998, 247 (uitgifte: 24-12-1998, regelingnummer: 733726/98/DJI)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Penitentiair recht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
Incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek in verband met het overlijden van de levenspartner, of een kind, ouder, broer, zuster, grootouder of schoonouder van de gedetineerde.
2.
Het bezoek kan bestaan in het bijwonen van de uitvaart, een rouwbezoek dan wel een bezoek aan graf of columbarium.
3.
Het bijwonen van de uitvaart is uitgesloten indien bewaking is aangewezen.
4.
Toestemming voor het bijwonen van de uitvaart of het brengen van een rouwbezoek kan slechts worden verleend indien de nabestaanden van de overledenen daartegen geen bezwaar hebben.