Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 6.58
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-09-2015, Stb. 2015, 345 (uitgifte: 08-10-2015, kamerstukken: 33802)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2015, Stb. 2015, 526 (uitgifte: 22-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu respectievelijk Onze Minister van Defensie kan na overleg met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de bij of krachtens deze titel gegeven regels, wanneer die regels in redelijkheid geen toepassing kunnen vinden en de veiligheid van het luchtverkeer met het verlenen van de ontheffing niet in gevaar wordt gebracht. Aan de ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.
2.
Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften of de beperkingen bedoeld in het eerste lid.
3.
De ontheffing kan worden geweigerd op grond van de openbare veiligheid.
4.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu respectievelijk Onze Minister van Defensie kan na overleg met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een ontheffing wijzigen:
- a.
op verzoek van de houder;
- b.
op grond van de openbare veiligheid.
5.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu respectievelijk Onze Minister van Defensie kan de ontheffing intrekken, wanneer
- a.
de redenen, waarom de ontheffing is verleend, zijn komen te vervallen;
- b.
de openbare veiligheid dit vereist;
- c.
de houder van de ontheffing de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet naleeft.
6.
De aanvrager van de ontheffing of van de wijziging daarvan is Onze Minister van Infrastructuur en Milieu een door deze vast te stellen vergoeding voor de behandeling van de aanvraag verschuldigd, gebaseerd op de werkelijke kosten.