Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 6.55
Geldend
Geldend vanaf 30-08-2017
- Bronpublicatie:
17-05-2017, Stb. 2017, 320 (uitgifte: 29-08-2017, kamerstukken: 34591)
- Inwerkingtreding
30-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-2017, Stb. 2017, 321 (uitgifte: 29-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Het is verboden gevaarlijke stoffen ten vervoer aan te bieden, te doen of laten vervoeren met luchtvaartuigen, zonder een door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu verleende erkenning.
2.
Een erkenning wordt verleend voor een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen termijn, dan wel voor onbepaalde tijd indien door de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon voldaan wordt aan de bij of krachtens die maatregel met betrekking tot de erkenning gestelde eisen. Aan de erkenning kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt aangegeven welke erkenningen Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan verlenen, alsmede de bevoegdheden, welke aan iedere erkenning verbonden zijn.
4.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan een erkenning geheel of gedeeltelijk schorsen, wanneer een ernstig vermoeden rijst, dat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon:
- a.
niet voldoet aan de eisen, gesteld krachtens het tweede lid;
- b.
handelt in strijd met het bij of krachtens deze titel bepaalde.
Hij heft de schorsing op zodra de redenen van de schorsing zijn komen te vervallen.
5.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan een erkenning intrekken, wanneer:
- a.
de houder daarom verzoekt;
- b.
de houder niet voldoet aan de eisen, gesteld krachtens het tweede lid;
- c.
de houder krachtens de hem verleende erkenning werkzaamheden verricht, waartoe deze niet erkend is;
- d.
de houder handelt in strijd met de artikelen 6.51, tweede lid, of 6.52;
- e.
de erkenning gedurende ten minste drie maanden is geschorst;
- f.
de houder in staat van faillissement verkeert.
6.
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen regels gegeven worden met betrekking tot de procedure van aanvraag, afgifte, wijziging, verlenging, schorsing en intrekking van erkenningen, alsmede de vergoeding die de aanvrager van de erkenning verschuldigd is voor de kosten van de behandeling van zijn aanvraag om afgifte, wijziging of verlenging, welke gebaseerd is op de werkelijke kosten.