Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 55 Algemene regels betreffende het toezicht op het in het vrije verkeer brengen of de uitvoer van goederen
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2021
- Bronpublicatie:
08-02-2021, PbEU 2021, L 63 (uitgifte: 23-02-2021, regelingnummer: 2021/235)
- Inwerkingtreding
15-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2021, PbEU 2021, L 63 (uitgifte: 23-02-2021, regelingnummer: 2021/235)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 56, lid 5, van het wetboek)
1.
Wanneer de Commissie eist dat bepaalde goederen aan toezicht worden onderworpen bij het in het vrije verkeer brengen of bij uitvoer, stelt zij de douaneautoriteiten voordat het toezichtsvereiste van toepassing wordt tijdig in kennis van de GN-codes van deze goederen en van de voor het toezicht vereiste gegevens.
Vanaf de in artikel 4, lid 1, vierde alinea van Richtlijn (EU) 2017/2455 vastgestelde datum is de lijst van gegevens die door de Commissie kunnen worden vereist, opgenomen in bijlage 21-03 bij deze verordening.
2.
Wanneer goederen zijn onderworpen aan toezicht bij het in het vrije verkeer brengen of bij uitvoer, voorzien de douaneautoriteiten de Commissie ten minste eenmaal per week van gegevens over de douaneaangiften voor de betrokken procedure.
Wanneer de goederen overeenkomstig artikel 194, lid 1, van het wetboek zijn vrijgegeven, voorzien de douaneautoriteiten de Commissie onmiddellijk van de gegevens.
3.
De Commissie maakt de door de douaneautoriteiten verstrekte gegevens zoals bedoeld in lid 1 uitsluitend in geaggregeerde vorm openbaar.
3 bis.
De Commissie verleent gemachtigde gebruikers in de zin van artikel 56, lid 2, toegang tot de niet-geaggregeerde gegevens die worden verstrekt door de douaneautoriteiten van de lidstaat, die om toegang daartoe hebben verzocht, en tot de geaggregeerde gegevens op Unieniveau.
3 ter.
In afwijking van lid 3 bis verleent de Commissie de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toegang tot de niet-geaggregeerde gegevens wanneer een handeling van de Unie in een dergelijke toegang voorziet.
4.
Wanneer goederen onder een douaneregeling worden geplaatst op basis van een vereenvoudigde aangifte zoals bedoeld in artikel 166 van het wetboek of door inschrijving in de administratie van de aangever zoals bedoeld in artikel 182 van het wetboek, en de door de Commissie vereiste gegevens waren niet beschikbaar op het tijdstip waarop de goederen overeenkomstig artikel 194, lid 1, van het wetboek zijn vrijgegeven, delen de douaneautoriteiten de Commissie deze informatie onmiddellijk mee na ontvangst van de in overeenstemming met artikel 167 van het wetboek ingediende aanvullende aangifte.
5.
Wanneer ontheffing wordt verleend van de verplichting tot indiening van een aanvullende aangifte in overeenstemming met artikel 167, lid 3, van het wetboek of de aanvullende aangifte is ingediend of beschikbaar gemaakt in overeenstemming met artikel 225 van deze verordening, stuurt de vergunninghouder de douaneautoriteiten ten minste eenmaal per maand de door de Commissie vereiste gegevens of vergaren de douaneautoriteiten deze gegevens uit het systeem van de aangever.
De douaneautoriteiten voeren deze gegevens onmiddellijk in het in artikel 56 van deze verordening bedoelde elektronische systeem in.
6.
In afwijking van lid 1 kan de Commissie de volgende lijsten van gegevens verlangen voor het toezicht bij het in het vrije verkeer brengen:
- a)
de lijst van gegevens in bijlage 21-02 bij deze verordening, tot de datum waarop de upgrade van de nationale invoersystemen zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 (1) van de Commissie wordt uitgerold;
- b)
de lijst van gegevens in bijlage 21-01 bij deze verordening, tot de laatste datum van de uitroltermijn van de eerste fase van het DWU-systeem Gecentraliseerde inklaring, zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151.
In afwijking van lid 1 kan de Commissie met het oog op toezicht bij de uitvoer de lijst van gegevens in bijlage 21-01 of bijlage 21-02 bij deze verordening verlangen, tot de laatste datum van de uitroltermijn van het geautomatiseerd uitvoersysteem, zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151.
Voetnoten
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 168).