Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 5.16 Afhandeling lopende procedures bij overgang
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Indien aan de orde, wordt bij wet bepaald op welke wijze de op het moment van instelling van een zelfstandig bestuursorgaan dat geen onderdeel uitmaakt van de rechtspersoon de Staat der Nederlanden, lopende wettelijke procedures en rechtsgedingen, respectievelijk onderzoeken door de Nationale ombudsman, worden afgehandeld.
2.
Hiervoor wordt het volgende model gebruikt:
- 1.
In wettelijke procedures en rechtsgedingen, waarbij [naam dienstonderdeel] is betrokken, treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet [naam rechtspersoon waarvan het zelfstandig bestuursorgaan deel uitmaakt, dan wel zelfstandig bestuursorgaan] in de plaats van de Staat dan wel Onze Minister.
- 2.
In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan [naam dienstonderdeel], treedt [naam zelfstandig bestuursorgaan] op dat tijdstip als bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman in de plaats van Onze Minister.