Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 5.11 Rechtspersoonlijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Deze wijziging moet worden aangebracht in de toelichting.
- Bronpublicatie:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Indien het toekennen van rechtspersoonlijkheid wenselijk is, wordt in de wet waarbij een zelfstandig bestuursorgaan wordt ingesteld het volgende model gebruikt:
- 1.
Er is een [naam rechtspersoon waarvan het zelfstandig bestuursorgaan deel uitmaakt].
- 2.
[naam rechtspersoon] is gevestigd te … .
- 3.
[naam rechtspersoon] bezit rechtspersoonlijkheid.
2.
In de instellingswet wordt in dat geval, indien mogelijk, duidelijk onderscheid gemaakt tussen het zelfstandig bestuursorgaan en de rechtspersoon waarvan het zelfstandig bestuursorgaan deel uitmaakt. Daarbij wordt het volgende model gebruikt:
- 1.
Aan het hoofd van [naam rechtspersoon waarvan het zelfstandig bestuursorgaan deel uitmaakt] staat [aanduiding zelfstandig bestuursorgaan].
- 2.
[aanduiding zelfstandig bestuursorgaan] heeft tot taak … / de volgende taken: …
3.
In de instellingswet wordt in dat geval de wijze van bekostiging van de rechtspersoon geregeld.
Officiële toelichting