Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG
Artikel 30 nonies Maatregelen in geval van een buitensporige prijsstijging
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2023
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/959)
- Inwerkingtreding
05-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/959)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer de gemiddelde prijs van emissierechten die geveild worden in overeenstemming met de gedelegeerde handelingen die krachtens artikel 10, lid 4, van deze richtlijn zijn vastgesteld, gedurende meer dan drie opeenvolgende maanden meer dan twee keer zo hoog is als de gemiddelde prijs van emissierechten die in de zes voorafgaande opeenvolgende maanden zijn geveild bij een veiling voor emissierechten die onder dit hoofdstuk vallen, worden 50 miljoen emissierechten die onder dit hoofdstuk vallen uit de marktstabiliteitsreserve vrijgegeven overeenkomstig artikel 1 bis, lid 7, van Besluit (EU) 2015/1814.
Voor de jaren 2027 en 2028 wordt aan de voorwaard van de eerste alinea voldaan wanneer de gemiddelde prijs van emissierechten gedurende meer dan drie opeenvolgende maanden meer dan anderhalf keer zo hoog is als de gemiddelde prijs van emissierechten gedurende de referentieperiode van de zes voorafgaande opeenvolgende maanden.
2.
Wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemiddelde prijs van emissierechten voor een periode van twee maanden een prijs van 45 EUR overschrijdt, worden 20 miljoen emissierechten die onder dit hoofdstuk vallen uit de marktstabiliteitsreserve vrijgegeven overeenkomstig artikel 1 bis, lid 7, van Besluit (EU) 2015/1814. Een indexering op basis van het Europese indexcijfer van de consumptieprijzen voor 2020 is van toepassing. Emissierechten worden via het in dit lid bepaalde mechanisme vrijgegeven tot en met 31 december 2029.
3.
Wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemiddelde prijs van emissierechten meer dan drie keer zo hoog is als de gemiddelde prijs van emissierechten gedurende de zes voorafgaande opeenvolgende maanden, worden 150 miljoen emissierechten die onder dit hoofdstuk vallen uit de marktstabiliteitsreserve vrijgegeven overeenkomstig artikel 1 bis, lid 7, van Besluit (EU) 2015/1814.
4.
Wanneer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarde is voldaan op dezelfde dag als aan de voorwaarde bedoeld in lid 1 of lid 3, worden aanvullende emissierechten alleen op grond van lid 1 of lid 3 vrijgegeven.
5.
Voor 31 december 2029 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin zij beoordeelt of het in lid 2 bedoelde mechanisme doeltreffend is geweest en of het moet worden gehandhaafd. De Commissie doet dat verslag in voorkomend geval vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel aan het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van deze richtlijn om dat mechanisme aan te passen.
6.
Wanneer aan een of meer van de in de leden 1, 2 of 3 bedoelde voorwaarden is voldaan en deze tot de vrijgave van emissierechten heeft geleid, worden op grond van dit artikel niet eerder dan 12 maanden daarna extra emissierechten vrijgegeven.
7.
Wanneer binnen de tweede helft van de in lid 6 van dit artikel bedoelde periode van 12 maanden opnieuw aan de voorwaarde bedoeld in lid 2 van dit artikel is voldaan, beoordeelt de Commissie, bijgestaan door het bij artikel 44 van Verordening (EU) 2018/1999 ingestelde comité, de doeltreffendheid van de maatregel en kan zij door middel van een uitvoeringshandeling besluiten dat lid 6 van dit artikel niet van toepassing is. Die uitvoeringshandeling wordt overeenkomstig de in artikel 22 bis, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
8.
Wanneer aan een of meer van de in lid 1, 2 of 3 bedoelde voorwaarden is voldaan en lid 6 niet van toepassing is, doet de Commissie onverwijld een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie betreffende de datum waarop aan die voorwaarde(n) werd voldaan.
9.
De lidstaten die overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2018/842 verplicht zijn een plan met corrigerende maatregelen in te dienen, houden bij het overwegen van aanvullende maatregelen die moeten worden uitgevoerd krachtens artikel 8, lid 1, eerste alinea, punt c), van die verordening om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van die verordening naar behoren rekening met de gevolgen van een vrijgave van extra emissierechten op grond van lid 2 van dit artikel in de voorafgaande twee jaar.