Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG
Artikel 30 quater Hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2023
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/959)
- Inwerkingtreding
05-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/959)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die vanaf 2027 elk jaar krachtens dit hoofdstuk wordt verleend, neemt vanaf 2024 lineair af. De waarde voor 2024 wordt gedefinieerd als de emissiegrenswaarden voor 2024, die op basis van de referentie-emissies krachtens artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad (1) wordt berekend voor de sectoren die onder dit hoofdstuk vallen, en waarbij het lineaire reductietraject voor alle emissies die binnen het toepassingsgebied van die verordening vallen, wordt toegepast. De hoeveelheid neemt na 2024 elk jaar met een lineaire verminderingsfactor van 5,10 % af. De Commissie publiceert uiterlijk op 1 januari 2025 de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor het jaar 2027.
2.
De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die elk jaar vanaf 2028 krachtens dit hoofdstuk wordt verleend, neemt vanaf 2025 op basis van de uit hoofde van dit hoofdstuk gerapporteerde gemiddelde emissies voor de jaren 2024 tot en met 2026 lineair af. De hoeveelheid emissierechten neemt met een lineaire verminderingsfactor van 5,38 % af, tenzij de voorwaarden beschreven in punt 1 van bijlage III bis van toepassing zijn, in welk geval de hoeveelheid afneemt met een lineaire verminderingsfactor die is aangepast overeenkomstig de regels in punt 2 van bijlage III bis. De Commissie publiceert uiterlijk op 30 juni 2027 de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2028 en, indien nodig, de aangepaste lineaire verminderingsfactor.
3.
De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die op grond van dit hoofdstuk is verleend, wordt met ingang van 2028 voor elk jaar aangepast ter compensatie van de hoeveelheid ingeleverde emissierechten in gevallen waarin het niet mogelijk was dubbeltelling van emissies te voorkomen of wanneer emissierechten zijn ingeleverd voor emissies als bedoeld in artikel 30 septies, lid 5, die niet onder dit hoofdstuk vallen. De aanpassing stemt overeen met de totale hoeveelheid emissierechten die onder dit hoofdstuk vallen en die in het desbetreffende verslagjaar zijn gecompenseerd op grond van de in artikel 30 septies, lid 5, tweede alinea, bedoelde uitvoeringshandelingen.
4.
Een lidstaat die op grond van artikel 30 undecies eenzijdig de in bijlage III bedoelde activiteit uitbreidt tot sectoren die niet zijn opgenomen in die bijlage, zorgt ervoor dat de betrokken gereglementeerde entiteiten uiterlijk op 30 april van het betrokken jaar bij de bevoegde autoriteit een naar behoren onderbouwd verslag indienen overeenkomstig artikel 30 septies. Indien de ingediende gegevens naar behoren zijn onderbouwd, stelt de bevoegde autoriteit de Commissie daarvan uiterlijk op 30 juni van het betrokken jaar in kennis. De hoeveelheid emissierechten die op grond van lid 1 van dit artikel moet worden verleend, wordt aangepast op basis van de naar behoren onderbouwde door de gereglementeerde entiteiten ingediende verslagen.
Voetnoten
Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26).