Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 477 bis Aftrekkingen van in aanmerking komende passivabestanddelen
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2022
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 14-11-2022.
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2036)
- Inwerkingtreding
14-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2036)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In afwijking van artikel 72 sexies, lid 4, en tot en met 31 december 2024 kan de afwikkelingsautoriteit van een moederinstelling, na terdege rekening te hebben gehouden met het advies van de afwikkelingsautoriteiten of de betrokken autoriteiten van derde landen van betrokken dochterondernemingen, toestaan dat het aangepaste bedrag mi wordt berekend aan de hand van de volgende definitie van ri en wi:
ri | = | het totale risicogebaseerde kapitaalvereiste dat van toepassing is op dochteronderneming i in het derde land waar zij haar hoofdkantoor heeft, voor zover aan dat vereiste wordt voldaan met instrumenten die op grond van deze verordening als eigen vermogen zouden worden beschouwd; |
wi | = | het totale niet-risicogebaseerde tier 1-kapitaalvereiste dat van toepassing is op dochteronderneming i in het derde land waar zij haar hoofdkantoor heeft, voor zover aan dat vereiste wordt voldaan met instrumenten die op grond van deze verordening als tier 1-kapitaal zouden worden beschouwd. |
2.
De afwikkelingsautoriteit kan de in lid 1 bedoelde toestemming verlenen indien de dochteronderneming is gevestigd in een derde land waar nog geen lokale afwikkelingsregeling geldt en indien aan ten minste één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
er bestaan geen feitelijke of juridische belemmeringen van wezenlijk belang voor een onmiddellijke overdracht van activa van de dochteronderneming aan de moederinstelling, en dergelijke belemmeringen worden ook niet verwacht;
- b)
de bevoegde autoriteit van het derde land van de dochteronderneming heeft de afwikkelingsautoriteit van de moederinstelling middels een advies laten weten dat activa die gelijk zijn met het overeenkomstig artikel 72 sexies, lid 4, tweede alinea, door de dochteronderneming af te trekken bedrag, kunnen worden overgedragen van de dochteronderneming aan de moederinstelling.