Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2160/2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers
Artikel 1 Doel en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2003
- Bronpublicatie:
17-11-2003, PbEU 2003, L 325 (uitgifte: 12-12-2003, regelingnummer: 2160/2003)
- Inwerkingtreding
12-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2003, PbEU 2003, L 325 (uitgifte: 12-12-2003, regelingnummer: 2160/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Deze verordening heeft tot doel erop toe te zien dat adequate en doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de detectie en de bestrijding van salmonella en andere zoönoseverwekkers in alle stadia van productie, verwerking en distributie, in het bijzonder op het niveau van de primaire productie met inbegrip van diervoeders, teneinde de prevalentie ervan en het risico voor de volksgezondheid te verminderen.
2.
Deze verordening betreft:
- a)
de vastlegging van doelstellingen voor de vermindering van de prevalentie van bepaalde zoönoses bij dierpopulaties:
- i)
in het stadium van de primaire productie en,
- ii)
wanneer zulks naar gelang van de betrokken zoönose of zoönoseverwekker nodig is, in andere stadia van de voedselketen, inclusief levensmiddelen en diervoeders;
- b)
de goedkeuring van door de lidstaten en door exploitanten van levensmiddelen- of diervoederbedrijven vastgestelde specifieke bestrijdingsprogramma's;
- c)
de vaststelling van specifieke voorschriften inzake bepaalde bestrijdingsmethoden die worden toegepast om de prevalentie van zoönoses en zoönoseverwekkers te verminderen;
- d)
de vaststelling van voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer van bepaalde dieren en producten daarvan uit derde landen.
3.
Deze verordening is niet van toepassing op primaire productie:
- a)
voor particulier huishoudelijk gebruik, of
- b)
die leidt tot rechtstreekse levering, door de producent, van kleine hoeveelheden primaire producten aan de eindverbruiker of plaatselijke detailhandelszaken die de producten rechtstreeks aan de eindverbruiker leveren.
4.
De lidstaten stellen in het kader van de nationale wetgeving voor de in lid 3, onder b), bedoelde activiteiten regels vast om te waarborgen dat de doelstellingen van deze verordening verwezenlijkt worden.
5.
Deze verordening is van toepassing onverminderd meer specifieke communautaire bepalingen betreffende diergezondheid, diervoeding, voedselhygiëne, overdraagbare menselijke ziekten, gezondheid en veiligheid op het werk, gentechnologie en overdraagbare spongiforme encefalopathieën.