Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Herziening)
Artikel 13 Leasing
Geldend
Geldend vanaf 03-02-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2019, L 11 (uitgifte: 14-01-2019, regelingnummer: 2019/2)
- Inwerkingtreding
03-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2019, L 11 (uitgifte: 14-01-2019, regelingnummer: 2019/2)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Onverminderd artikel 4, onder c), mag een communautaire luchtvaartmaatschappij beschikken over een of meer luchtvaartuigen op grond van een dry leasing of wet leasing. Communautaire luchtvaartmaatschappijen mogen vrijelijk op grond van een wet leasing geleasede, in de Gemeenschap geregistreerde luchtvaartuigen exploiteren behalve wanneer dit de veiligheid in gevaar zou brengen. De Commissie draagt er zorg voor dat deze bepaling op redelijke, evenredige en op veiligheidsoverwegingen gebaseerde wijze wordt uitgevoerd.
2.
Een dry lease-overeenkomst waarbij een communautaire luchtvaartmaatschappij partij is of een wet lease-overeenkomst waarbij de communautaire luchtvaartmaatschappij de huurder is van het op grond van wet leasing gehuurde luchtvaartuig, moet voorafgaand worden goedgekeurd volgens de toepasselijke communautaire of nationale wetgeving op het gebied van veiligheid in de luchtvaart.
3.
Een communautaire luchtvaartmaatschappij die in een derde land geregistreerde luchtvaartuigen ‘wet leaset’ van een andere onderneming, moet daarvoor voorafgaande goedkeuring verkrijgen van de bevoegde vergunningverlenende autoriteit. De bevoegde autoriteit kan goedkeuring verlenen indien:
- a)
de communautaire luchtvaartmaatschappij tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit aantoont dat aan alle veiligheidsnormen die gelijkwaardig zijn aan die van de Gemeenschapswetgeving of de nationale wetgeving is voldaan, en
- b)
aan een van de volgende voorwaarden is voldaan, tenzij anders is bepaald in een door de Unie ondertekende internationale wet-leaseovereenkomst die gebaseerd is op een vóór 1 januari 2008 ondertekende overeenkomst inzake luchtvervoer waarbij de Unie partij is:
- i)
de communautaire luchtvaartmaatschappij rechtvaardigt de leasing op basis van uitzonderlijke noodzaak, in welk geval goedkeuring kan worden verleend voor een periode van ten hoogste zeven maanden, die één keer met een nieuwe periode van ten hoogste zeven maanden kan worden verlengd, of
- ii)
de communautaire luchtvaartmaatschappij toont aan dat de leasing nodig is om te voldoen aan seizoensgebonden capaciteitsbehoeften, waaraan niet redelijkerwijs kan worden voldaan door het leasen van luchtvaartuigen die in de Gemeenschap zijn geregistreerd, in welk geval de goedkeuring kan worden verlengd, of
- iii)
de communautaire luchtvaartmaatschappij toont aan dat de leasing nodig is om het hoofd te bieden aan exploitatiemoeilijkheden en dat het niet mogelijk of redelijk is een in de Gemeenschap geregistreerd luchtvaartuig te leasen, in welk geval de goedkeuring wordt beperkt tot de duur die strikt noodzakelijk is om bedoelde moeilijkheden te verhelpen.
4.
De bevoegde autoriteit kan voorwaarden verbinden aan de goedkeuring. Deze voorwaarden maken deel uit van de wet leaseovereenkomst.
De bevoegde autoriteit kan weigeren haar goedkeuring te verlenen indien er geen sprake is van wederkerigheid wat betreft wet leasing tussen de betrokken lidstaat of de Gemeenschap en het derde land waar het op basis van wet leasing gehuurde luchtvaartuig is geregistreerd.
De bevoegde autoriteit licht de betrokken lidstaten in over de goedkeuring die zij heeft verleend voor de wet leasing van een in een derde land geregistreerd luchtvaartuig.