Einde inhoudsopgave
Paspoortwet
Artikel 40 [Bevoegdheid tot het verstrekken van een paspoort]
Geldend
Geldend van 01-01-2021 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
06-03-2020, Stb. 2020, 104 (uitgifte: 31-03-2020, kamerstukken: 35047)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2020, Stb. 2020, 484 (uitgifte: 01-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Bevoegd tot het verstrekken van nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen, zijn:
- a.
in het Europese deel van Nederland: de burgemeester, voor zover het personen betreft die als ingezetene in de basisregistratie personen zijn ingeschreven met een adres in zijn gemeente;
- b.
in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en, voor zover het om verstrekking van nationale paspoorten gaat aan personen die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;
- c.
in een openbaar lichaam: de gezaghebber, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van het openbaar lichaam zijn opgenomen, en in bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen gevallen;
- d.
in het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken, voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;
- e.
in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.
2.
Bevoegd tot het verstrekken van diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
3.
Bevoegd tot het verstrekken van reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, zijn:
- a.
In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;
- b.
In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;
- c.
In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
4.
Bevoegd tot verstrekken van Nederlandse identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.
5.
Verstrekking van een reisdocument op grond van artikel 14 of 15 aan een persoon die in het Europese deel van Nederland is toegelaten, vindt slechts plaats nadat Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor een aanspraak in de genoemde artikelen is voldaan.
6.
Verstrekking van een reisdocument op grond van artikel 12, 14 of 15 aan een persoon die in een openbaar lichaam is toegelaten, vindt slechts plaats nadat Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor een aanspraak in de genoemde artikelen is voldaan.
7.
Verstrekking van een reisdocument op grond van de artikelen 11 tot en met 15 aan een persoon die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten is toegelaten, vindt slechts plaats nadat door de Gouverneur is vastgesteld dat aan de daar geldende voorwaarden voor een aanspraak op grond van de artikelen 11 tot en met 15 is voldaan.
8.
Bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en met Onze Minister van Buitenlandse Zaken kunnen regels worden gesteld over de verstrekking van reisdocumenten op grond van de artikelen 12, 14 of 15 aan personen die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn toegelaten.