Einde inhoudsopgave
Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval
Artikel 5 Hergebruik
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/852)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/852)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
In overeenstemming met de in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG vastgestelde afvalhiërarchie nemen de lidstaten maatregelen om de toename van het aandeel herbruikbare verpakkingen dat in de handel wordt gebracht en systemen om verpakkingen op milieuvriendelijke wijze te hergebruiken, overeenkomstig het Verdrag aan te moedigen, zonder de voedselhygiëne of de veiligheid van consumenten in gevaar te brengen. Die maatregelen kunnen onder meer het volgende omvatten:
- a)
het gebruik van statiegeldregelingen;
- b)
de vaststelling van kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen;
- c)
het gebruik van economische prikkels;
- d)
de vaststelling van een minimumpercentage herbruikbare verpakking dat elk jaar per verpakkingsstroom in de handel wordt gebracht.
2.
Een lidstaat mag besluiten voor een bepaald jaar een aangepast niveau van de in artikel 6, lid 1, onder f) tot en met i), bedoelde doelstellingen te bereiken door het gemiddelde aandeel in aanmerking te nemen van herbruikbare verkoopverpakkingen die in de voorgaande drie jaar voor het eerst in de handel zijn gebracht en zijn hergebruikt in het kader van een systeem om verpakkingen te hergebruiken.
Het aangepaste niveau wordt berekend door:
- a)
het aandeel van de herbruikbare verkoopverpakkingen als bedoeld in de eerste alinea van dit lid in de totale hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen af te trekken van de in artikel 6, lid 1, onder f) en h), bedoelde doelstellingen, en
- b)
het aandeel van de herbruikbare verkoopverpakkingen als bedoeld in de eerste alinea van dit lid die van het desbetreffende verpakkingsmateriaal zijn gemaakt in de totale hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen die van dat materiaal zijn gemaakt af te trekken van de in artikel 6, lid 1, onder g) en i), bedoelde doelstellingen.
Voor de berekening van het desbetreffende aangepaste niveau van de doelstellingen mogen niet meer dan vijf procentpunten van dat aandeel in aanmerking worden genomen.
3.
Een lidstaat mag de hoeveelheid houten verpakkingen die met het oog op hergebruik worden hersteld, in aanmerking nemen bij de berekening van de in artikel 6, lid 1, onder f), onder g), ii), onder h) en onder i), ii), bedoelde doelstellingen.
4.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de leden 2 en 3 van dit artikel te waarborgen, stelt de Commissie uiterlijk 31 maart 2019 uitvoeringshandelingen vast waarin voorschriften worden vastgelegd voor de berekening en verificatie van gegevens en de verslaglegging hierover, en voor de berekening van de doelstellingen op grond van lid 3 van dit artikel. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
5.
Uiterlijk 31 december 2024 onderzoekt de Commissie de gegevens over herbruikbare verpakking die overeenkomstig artikel 12 en bijlage III door de lidstaten worden verstrekt, teneinde te bezien of er kwantitatieve doelstellingen voor het hergebruik van verpakking, met voorschriften voor de berekening daarvan, alsook verdere maatregelen om het hergebruik van verpakking te bevorderen, kunnen worden vastgesteld. Hiertoe dient de Commissie een verslag, indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, in bij het Europees Parlement en de Raad.