Einde inhoudsopgave
Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval
Artikel 6 Terugwinning en recycling
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/852)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/852)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Teneinde aan de doelstellingen van deze richtlijn te voldoen, nemen de lidstaten maatregelen zodat voor hun hele grondgebied de volgende doelstellingen kunnen worden bereikt:
- a)
uiterlijk op 30 juni 2001 wordt ten minste 50 en ten hoogste 65 gewichtsprocent van het verpakkingsafval teruggewonnen of verbrand in afvalverbrandingsinstallaties met terugwinning van energie;
- b)
uiterlijk op 31 december 2008 wordt ten minste 60 gewichtsprocent van het verpakkingsafval teruggewonnen of verbrand in afvalverbrandingsinstallaties met terugwinning van energie;
- c)
uiterlijk op 30 juni 2001 wordt ten minste 25 en ten hoogste 45 gewichtsprocent van het totale aandeel van verpakkingsmaterialen in verpakkingsafval gerecycleerd, met een minimum van 15 gewichtsprocent voor elk verpakkingsmateriaal;
- d)
uiterlijk op 31 december 2008 wordt ten minste 55 en ten hoogste 80 gewichtsprocent van het verpakkingsafval gerecycleerd;
- e)
uiterlijk op 31 december 2008 worden de volgende minimumdoelstellingen voor recycling van in verpakkingsafval aanwezige materialen bereikt:
- i)
60 gewichtsprocent voor glas;
- ii)
60 gewichtsprocent voor papier en karton;
- iii)
50 gewichtsprocent voor metalen;
- iv)
22,5 gewichtsprocent voor kunststoffen, waarbij uitsluitend materiaal wordt meegeteld dat tot kunststoffen wordt gerecycleerd;
- v)
15 gewichtsprocent voor hout;
- f)
uiterlijk 31 december 2025 wordt ten minste 65 gewichtsprocent van alle verpakkingsafval gerecycleerd;
- g)
uiterlijk 31 december 2025 worden de volgende minimumdoelstellingen voor recycling verwezenlijkt voor de volgende specifieke in verpakkingsafval aanwezige materialen:
- i)
50 gewichtsprocent van het kunststof;
- ii)
25 gewichtsprocent van het hout;
- iii)
70 gewichtsprocent van de ferrometalen;
- iv)
50 gewichtsprocent van het aluminium;
- v)
70 gewichtsprocent van het glas;
- vi)
75 gewichtsprocent van het papier en karton;
- h)
uiterlijk 31 december 2030 wordt ten minste 70 gewichtsprocent van alle verpakkingsafval gerecycleerd;
- i)
uiterlijk 31 december 2030 worden de volgende minimumdoelstellingen voor recycling verwezenlijkt voor de volgende specifieke in verpakkingsafval aanwezige materialen:
- i)
55 gewichtsprocent van het kunststof;
- ii)
30 gewichtsprocent van het hout;
- iii)
80 gewichtsprocent van de ferrometalen;
- iv)
60 gewichtsprocent van het aluminium;
- v)
75 gewichtsprocent van het glas;
- vi)
85 gewichtsprocent van het papier en karton.
1 bis.
Onverminderd lid 1, punten f) en h), mag een lidstaat de termijnen voor de verwezenlijking van de in lid 1, onder g), i) tot en met vi), en onder i), i) tot en met vi), bedoelde doelstellingen onder de volgende voorwaarden met maximaal vijf jaar verlengen:
- a)
de afwijking is beperkt tot maximaal 15 procentpunten van één doelstelling of wordt verdeeld over twee doelstellingen;
- b)
het recyclingpercentage voor één doelstelling wordt als gevolg van de afwijking niet verlaagd tot minder dan 30 %;
- c)
het recyclingpercentage voor één doelstelling als bedoeld in lid 1, onder g), v) en vi), en lid 1, onder i), v) en vi), wordt als gevolg van de afwijking niet verlaagd tot minder dan 60 %, en
- d)
de lidstaat stelt de Commissie uiterlijk 24 maanden vóór het verstrijken van de in lid 1, onder g) of i), van dit artikel vastgestelde respectieve termijn in kennis van zijn voornemen om de respectieve termijn te verlengen, en dient een uitvoeringsplan in overeenkomstig bijlage IV bij deze richtlijn. De lidstaat mag dit plan combineren met een op grond van artikel 11, lid 3, onder b), van Richtlijn 2008/98/EG ingediend plan.
1 ter.
Binnen drie maanden na ontvangst van het op grond van lid 1 bis, onder d), ingediende uitvoeringsplan kan de Commissie een lidstaat verzoeken dat plan te herzien indien zij van oordeel is dat het plan niet voldoet aan de voorschriften van bijlage IV. De betrokken lidstaat dient binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek van de Commissie een herzien plan in.
1 quater.
Uiterlijk 31 december 2024 beziet de Commissie de in lid 1, onder h) en i), vastgestelde doelstellingen opnieuw om deze te behouden of zo nodig te verhogen. Hiertoe dient de Commissie een verslag, indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, in bij het Europees Parlement en de Raad.
2.
Vervallen.
3.
Vervallen.
4.
De lidstaten bevorderen, waar passend, dat bij de productie van verpakkingen en andere producten materialen verkregen uit gerecycleerd verpakkingsafval worden gebruikt door:
- a)
verbetering van de marktvoorwaarden voor die materialen;
- b)
bestaande voorschriften die het gebruik van die materialen verbieden, te herzien.
5.
Vervallen.
6.
De lidstaten maken de in lid 1 bedoelde maatregelen en doelstellingen bekend en zorgen dat daarover een voorlichtingscampagne voor het grote publiek en de ondernemingen wordt georganiseerd.
7.
Griekenland, Ierland en Portugal kunnen in verband met hun specifieke situatie — te weten het grote aantal kleine eilanden, respectievelijk de aanwezigheid van plattelands- en berggebieden en het huidige lage consumptieniveau van verpakkingen — besluiten om:
- a)
uiterlijk op 30 juni 2010 doelstellingen te bereiken die lager liggen dan die welke zijn vastgesteld in lid 1, onder a) en c), maar zij moeten ten minste 25 % bereiken voor terugwinning of verbranding in afvalverbrandingsinstallaties met terugwinning van energie;
- b)
tegelijkertijd het bereiken van de doelstellingen van lid 1, onder a) en c), uit te stellen tot een latere datum, die evenwel niet na 31 december 2005 mag liggen;
- c)
het bereiken van de doelstellingen van lid 1, onder b), d) en e), uit te stellen tot een datum naar eigen keuze, die echter niet na 31 december 2011 mag liggen.
8.
Vervallen.
9.
Vervallen.
10.
De lidstaten die programma's hebben vastgesteld of zullen vaststellen die verder gaan dan de in lid 1 genoemde maximumdoelstellingen, en die daartoe voorzien in passende capaciteiten voor recycling en terugwinning, mogen die doelstellingen blijven hanteren in het belang van een hoog milieubeschermingsniveau, op voorwaarde dat die maatregelen de interne markt niet verstoren en de naleving van de richtlijn door andere lidstaten niet bemoeilijken. De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis. De Commissie bevestigt deze maatregelen, nadat zij zich in samenwerking met de lidstaten ervan heeft vergewist dat zij stroken met bovengenoemde overwegingen en geen willekeurig middel tot discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen lidstaten vormen.
11.
De lidstaten die krachtens het Toetredingsverdrag van 16 april 2003 tot de Europese Unie zijn toegetreden, mogen de verwezenlijking van taakstellingen van lid 1, onder b), d) en e) uitstellen tot een datum naar eigen keuze, die echter niet later mag vallen dan 31 december 2012 voor de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Litouwen, Hongarije, Slovenië en Slowakije; 31 december 2013 voor Malta; 31 december 2014 voor Polen en 31 december 2015 voor Letland.