Einde inhoudsopgave
Rijksbesluit Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2005
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Wet van 02-12-2004, Stb. 677.
- Bronpublicatie:
10-12-2004, Stb. 2004, 679 (uitgifte: 23-12-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2005, Stb. 2005, 20 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
In de gevallen waarin geen maatregelen getroffen worden om de situatie ter plaatse van een voorval ongewijzigd te laten, nemen personen genoemd in artikel 30, eerste lid, van de rijkswet, deze maatregelen indien de voorzitter van de raad met het oog op het door de raad te verrichten onderzoek hierom verzoekt.
2.
De personen, genoemd in artikel 30, eerste lid, van de rijkswet, voldoen aan een verzoek van de voorzitter van de raad als bedoeld in het eerste lid, tenzij dit naar hun oordeel niet mogelijk is uit het oogpunt van de handhaving van de openbare orde en veiligheid, van de bescherming van leven en gezondheid van personen en dieren, van de bescherming van eigendommen, van de bescherming van het milieu of van de beperking van de schade of vanwege daadwerkelijk operationeel optreden van de krijgsmacht.
3.
Indien de personen, genoemd in artikel 30, eerste lid, van de rijkswet, om redenen genoemd in het tweede lid, niet kunnen voldoen aan het verzoek van de voorzitter, als bedoeld in het eerste lid, stellen zij de voorzitter daarvan onverwijld in kennis.