Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 18.2b [Bestuursrechtelijke handhaving door minister]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Handhaving
1.
Onze Minister heeft tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens:
- a.
de titels 9.2 tot en met 9.5 en de artikelen 17.19 en 18.21, derde lid;
- b.
de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen;
- c.
de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels;
- d.
de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen;
- e.
2.
Onverminderd het eerste lid hebben Onze Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de titels 9.2, 9.3 en 9.3a, de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen en de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels voor zover het bepaalde bij of krachtens genoemde titels of verordeningen betrekking heeft op beleid dat tot hun verantwoordelijkheid behoort.
3.
In afwijking van het eerste lid kan bij een maatregel als bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, worden bepaald dat gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders in plaats van Onze Minister of Onze betrokken Minister tot taak hebben zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van bij de maatregel gestelde regels of van daaromtrent gestelde nadere regels.
4.
Onze Minister heeft tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de bij of krachtens hoofdstuk 10 gestelde verplichtingen, voor zover zij betrekking hebben op:
- a.
overbrengen van afvalstoffen als bedoeld in titel 10.7;
- b.
het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.45;
- c.
verhandelen, bemiddelen of vervoeren als bedoeld in artikel 10.55.