Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 18.20 [Handhaving krachtens EU-verordening markttoezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
02-11-2022, Stb. 2023, 66 (uitgifte: 01-03-2023, kamerstukken: 36093)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
Omgevingsrecht / Toezicht
1.
De artikelen 18.20 tot en met 18.22 hebben, in verband met de uitvoering van de EU-verordening markttoezicht, betrekking op de handhaving van het bepaalde bij of krachtens:
- a.
de titels 9.3, 9.3a en 9.4,
- b.
de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen,
- c.
- d.
- e.
de titels 2.5, 9.2 en 9.5, voor zover daarbij uitvoering wordt gegeven aan een internationale verplichting.
2.
In verband met de uitvoering van het eerste lid, zijn bevoegd om, onder verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens met betrekking tot hun identiteit en hoedanigheid, stoffen, mengsels of producten te verkrijgen ten behoeve van het controleren van de kenmerken van deze stoffen, mengsels of producten en de verificatie van de betreffende documenten en de hieraan gerelateerde handelingen te verrichten voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is:
- i.
krachtens artikel 18.6 van de Omgevingswet juncto artikel 18.1a, eerste lid, aangewezen toezichthouders,
- ii.
Onze Minister voor zover de op grond van artikel 18.2b, eerste lid, bedoelde zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving bij hem berust, en
- iii.
Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor zover deze de zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving ingevolge artikel 18.2b, tweede lid, tot taak heeft. Artikel 5.12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
3.
Degene die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, maakt daarvan een schriftelijk verslag op, waarin vermeld wordt:
- a.
zijn naam of nummer en hoedanigheid;
- b.
de motivering van de noodzaak tot uitoefening van de bevoegdheid;
- c.
de voorschriften op de naleving waarvan wordt toegezien;
- d.
het adres, waaronder indien van toepassing, het elektronische adres waar de stof, het mengsel of het product, is verkregen en, voor zover bekend, de omschrijving van de betrokken marktdeelnemer, bedoeld in artikel 3, onderdeel 13, van de EU-verordening markttoezicht;
- e.
de onjuiste of onvolledige gegevens die zijn verstrekt bij de verkrijging van de stof, het mengsel of het product;
- f.
de wijze waarop en het tijdvak waarin de handelingen hebben plaatsgevonden;
- g.
wat de uitkomst is van het onderzoek van de verkregen stof, het verkregen mengsel of het verkregen product.