Einde inhoudsopgave
Wet inzake bloedvoorziening
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 19-03-2020
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 67 (uitgifte: 24-02-2020, kamerstukken: 35299)
- Inwerkingtreding
19-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-2020, Stb. 2020, 93 (uitgifte: 18-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
1.
Het is verboden bloedproducten en tussenproducten uit te voeren naar een derde land zonder vergunning van Onze Minister.
2.
Onze Minister verleent slechts een vergunning indien naar zijn oordeel het belang van een doelmatige voorziening in de behoefte aan bloedproducten daardoor niet wordt geschaad.
3.
Onze Minister kan aan de vergunning voorschriften verbinden of de vergunning onder beperkingen verlenen. De vergunning kan worden ingetrokken; artikel 3, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet ten aanzien van:
- a.
een persoon die bij het overschrijden van de grens in het bezit is van een hoeveelheid van een bloedproduct, welke kennelijk voor eigen gebruik bestemd is;
- b.
de vereniging ‘Het Nederlandse Rode Kruis’ voorzover de uitvoer geschiedt in het kader van de hulpverlening overeenkomstig de statuten van die vereniging;
- c.
rechtspersonen die producten niet gebruiken voor toediening aan de mens.