Einde inhoudsopgave
Warenwet
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2008
- Bronpublicatie:
03-04-2008, Stb. 2008, 112 (uitgifte: 15-04-2008, kamerstukken: 30979)
- Inwerkingtreding
01-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2008, Stb. 2008, 287 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat degenen die zich bezighouden met het verhandelen van waren, behorende tot een daartoe bij de maatregel aangewezen categorie, verplicht zijn de daarbij omschreven maatregelen te treffen, strekkende ter bevordering van een goede naleving van het ten aanzien van die waren bij of krachtens deze wet bepaalde. Tot deze maatregelen kunnen behoren het onderwerpen van waren aan een onderzoek, het toetsen van waren aan de hand van een onderzoek van uit die waren genomen steekproeven, al dan niet met toepassing van een erkend bedrijfscontrole-systeem, het voeren van een administratie en het aanbrengen of het aangebracht houden van kentekens of vermeldingen ten behoeve van een doelmatig toezicht dan wel een doelmatige douanecontrole als bedoeld in de Algemene douanewet op bedoelde naleving, een en ander overeenkomstig de voorschriften, bij algemene maatregel van bestuur daaromtrent gesteld.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het degene voor wie een krachtens het eerste lid gestelde verplichting geldt, verboden is waren te verhandelen, ten aanzien waarvan de vereiste maatregelen niet zijn genomen.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan voorts worden bepaald, dat het degene voor wie krachtens het eerste lid de verplichting geldt tot het toetsen van waren aan de hand van een onderzoek van een uit die waren genomen steekproef, is verboden waren met betrekking waartoe bij zodanige toetsing een ongunstig resultaat wordt verkregen, te verhandelen, dan wel te verhandelen alvorens ten aanzien van die waren de maatregelen zijn genomen die bij die algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven.
4.
Bij een algemene maatregel van bestuur, waarbij met toepassing van het eerste lid de verplichting is opgelegd tot het toetsen van waren met toepassing van een erkend bedrijfscontrolesysteem, worden regelen gesteld omtrent de aanvrage tot erkenning van een zodanig systeem, de hoogte van het bedrag dat voor de werkzaamheden, voortvloeiende uit de behandeling van de aanvrage, is verschuldigd, de betaling van dat bedrag, de wijze van mededeling van een besluit inzake erkenning en omtrent de weigering of intrekking van een erkenning. Bij een zodanige maatregel kan aan Onze Minister de bevoegdheid of de verplichting worden opgelegd de instantie aan te wijzen die de erkenning van een bedrijfscontrolesysteem kan verlenen en intrekken.
5.
Bij een algemene maatregel van bestuur waarbij met toepassing van het eerste lid de verplichting is opgelegd tot het aanbrengen of het aangebracht houden van kentekens of vermeldingen, kan worden bepaald dat het verboden is waren die niet behoren tot de categorie waarop de kentekens of vermeldingen moeten zijn aangebracht, te verhandelen met gebruikmaking van die — of daarop gelijkende — kentekens of vermeldingen.