Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Filippijnen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 25 Uitwisseling van inlichtingen
Geldend
Geldend vanaf 20-09-1991
- Bronpublicatie:
09-03-1989, Trb. 1989, 57 (uitgifte: 14-04-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-1991, Trb. 1991, 153 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De bevoegde autoriteiten van de Staten wisselen die inlichtingen uit (zijnde inlichtingen die deze autoriteiten geordend voorhanden hebben) die nodig zijn voor de uitvoering van deze Overeenkomst, in het bijzonder om fraude te voorkomen en om uitvoering te geven aan wettelijke voorzieningen tegen wetsontduiking betreffende belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is. Alle door de bevoegde autoriteit van een van de Staten ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden slechts ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (met inbegrip van rechterlijke instanties en administratiefrechtelijke lichamen) die zich bezig houden met de vaststelling of invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is en worden uitsluitend voor deze doeleinden gebruikt.
2.
In geen geval worden de bepalingen van het eerste lid zo uitgelegd dat zij een van de Staten de verplichting opleggen:
- a)
administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving of de administratieve praktijk van die of van de andere Staat;
- b)
bijzonderheden te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn krachtens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Staat;
- c)
inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, of inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.