Einde inhoudsopgave
Besluit financiële markten BES
Artikel 6:2 (minimumvermogen beheerder en bewaarder)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
22-05-2012, Stb. 2012, 238 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Het minimumbedrag aan eigen vermogen, bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de wet, bedraagt voor de beheerder van een beleggingsinstelling USD 279.000 en voor de bewaarder van een beleggingsinstelling USD 139.000.
2.
Het minimumbedrag aan eigen vermogen van een beheerder of bewaarder wordt gevormd door de waarde van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 4:5, tweede lid, onderdelen a tot en met g. Deze vermogensbestanddelen, alsmede de waarden die tegenover die vermogensbestanddelen staan, staan onmiddellijk en zonder beperkingen ter beschikking van de beleggingsinstelling. Artikel 4:5, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Een bewaarder van een beleggingsinstelling stelt voldoende zekerheid met het oog op de aansprakelijkheid voor schade die voor de bewaarder kan voortvloeien uit brand, vervoer van geld en waardepapieren, fraude en beroving.