Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 4:5 (minimumvermogen)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De beheerder van een beleggingsfonds beschikt over een minimumbedrag aan eigen vermogen. Gelijke verplichting rust op de aan een beleggingsinstelling verbonden bewaarder.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de omvang en samenstelling van het minimumbedrag aan eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.
3.
Indien een beheerder of bewaarder als bedoeld in het eerste lid voorziet of redelijkerwijze kan voorzien dat zijn minimumbedrag aan eigen vermogen niet voldoet of niet zal voldoen aan de regels, bedoeld in het tweede lid, geeft hij hiervan onverwijld kennis aan de Nederlandsche Bank.
4.
Artikel 3:35 is van overeenkomstige toepassing op een beheerder of bewaarder als bedoeld in het eerste lid.