Einde inhoudsopgave
Wet merken BES
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 12-07-2012, Stb. 375.
- Bronpublicatie:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Inwerkingtreding
07-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
Het uitsluitend recht op een merk kan, onafhankelijk van de overdracht van de onderneming of een deel daarvan, overgaan of voorwerp van een licentie zijn voor alle of een deel van de waren of diensten, waarvoor het merk is gedeponeerd.
2.
Nietig is:
- a.
de overdracht onder levenden, die niet schriftelijk is vastgelegd;
- b.
de overdracht of andere overgang die niet op Bonaire, Sint Eustatius en Saba betrekking heeft.
3.
Het uitsluitend recht op een merk kan door de merkhouder ingeroepen worden tegen een licentiehouder die handelt in strijd met de bepalingen van de licentie-overeenkomst inzake de duur daarvan, de door de inschrijving gedekte vorm waarin het merk mag worden gebruikt, de waren waarvoor de licentie is verleend, het grondgebied waarbinnen het merk mag worden aangebracht of de kwaliteit van de door de licentiehouder in het verkeer gebrachte waren.
4.
De overdracht of andere overgang of de licentie kan niet aan derden worden tegengeworpen dan na inschrijving van het depot van een uittreksel der akte, waaruit van die overgang of die licentie blijkt, of van een daarop betrekking hebbende, door de betrokken partijen ondertekende verklaring, mits dit depot is verricht met inachtneming van de gestelde vormvereisten en tegen betaling van de rechten, bepaald bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op pandrechten en beslagen.
5.
De licentiehouder is bevoegd in een door de merkhouder ingestelde vordering als bedoeld in artikel 23, derde en vierde lid, tussen te komen om rechtstreeks door hem geleden schade vergoed te krijgen of zich een evenredig deel van de door de gedaagde genoten winst te doen toewijzen. Een zelfstandige vordering als bedoeld in de vorige volzin kan de licentiehouder slechts instellen, indien hij de bevoegdheid daartoe van de merkhouder heeft bedongen.