Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 39 [Vergunning voor inrichting]
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2008. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
03-07-2008, Stb. 2008, 262 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31404)
- Inwerkingtreding
11-07-2008, terugwerkend tot: 01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2008, Stb. 2008, 262 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31404)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Kolenbelasting
1.
Degene die een vergunning voor een inrichting wil verkrijgen, dient daartoe een verzoek in bij de inspecteur.
2.
Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld met betrekking tot de gegevens die het verzoek dient te bevatten.
3.
In afwijking van artikel 38, tweede lid, kan, indien degene die een vergunning voor een inrichting wil verkrijgen niet beschikt over een plaats waar kolen worden vervaardigd dan wel opgeslagen, een verzoek om een vergunning voor een inrichting door de inspecteur worden toegewezen, indien deze persoon in Nederland is gevestigd en in de uitoefening van zijn onderneming optreedt als:
- a.
handelaar in kolen, maar de door hem gekochte kolen niet zelf in opslag neemt, of
- b.
tussenpersoon die de kolen niet zelf in opslag neemt.
4.
De artikelen 43 tot en met 50 van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.