Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 38 [Inrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met vernummering van de artikelen in 1 t/m 95 en vernummering van de verwijzingen in de artikelen. Voorheen art. 26. Oorspronkelijk art. 38 vernummerd tot art. 93.
- Bronpublicatie:
08-01-2008, Stb. 2008, 1 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
08-11-2007, Stb. 2007, 476 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30887)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-01-2008, Stb. 2008, 1 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2007, Stb. 2007, 514 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Kolenbelasting
1.
Een plaats kan alleen als inrichting worden gebruikt indien daartoe een vergunning is verstrekt door de inspecteur.
2.
Als inrichting kan worden aangemerkt:
- a.
een plaats waar kolen worden vervaardigd;
- b.
een plaats waar geen kolen worden vervaardigd maar die dient voor de opslag van kolen, indien de hoeveelheid kolen die gemiddeld over een jaar voorhanden is meer bedraagt dan een bij regeling van Onze Minister vast te stellen hoeveelheid.