Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 66/2010 betreffende de EU-milieukeur
Artikel 8 Vaststelling van de EU-milieukeurcriteria
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2010, L 27 (uitgifte: 30-01-2010, regelingnummer: 66/2010)
- Inwerkingtreding
19-02-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2010, L 27 (uitgifte: 30-01-2010, regelingnummer: 66/2010)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ontwerp EU-milieukeurcriteria worden ontwikkeld volgens de procedure van bijlage I, met inachtneming van het werkprogramma.
2.
Uiterlijk negen maanden na raadpleging van het BMEU stelt de Commissie maatregelen vast om specifieke EU-milieukeurcriteria voor elke productgroep vast te stellen. Die maatregelen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
In haar definitieve voorstel houdt de Commissie rekening met de opmerkingen van het BMEU en geeft met een toelichting en documentatie duidelijk aan wat de redenen zijn voor eventuele veranderingen in het definitieve voorstel ten opzichte van het ontwerp die na de raadpleging van het BMEU zijn aangebracht.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
3.
In het kader van de in lid 2 bedoelde maatregelen, zal de Commissie:
- a)
voorschriften vaststellen voor de beoordeling van de wijze waarop specifieke producten al dan niet voldoen aan de EU-milieukeurcriteria (‘beoordelingsvereisten’);
- b)
voor elke productiegroep specificeren welke drie essentiële milieukenmerken van die in het facultatief etiket met tekstruimte van bijlage II kunnen worden vermeld;
- c)
voor elke productgroep de toepasselijke geldigheidsperiode van de criteria en van de beoordelingsvoorschriften specificeren;
- d)
de toegelaten mate van productvariabiliteit tijdens de onder c) bedoelde geldigheidsduur specificeren.
4.
Bij de vaststelling van de EU-milieukeurcriteria wordt erop toegezien dat er geen maatregelen worden ingevoerd die een onevenredig grote administratieve en economische belasting van het MKB/KMO's met zich meebrengen.