Overeenkomst inzake het Internationale Luchtvervoer
Slotprotocol
Geldend
Geldend vanaf 08-02-1945
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1946, G 252 (uitgifte: 11-10-1946, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-02-1945
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 20 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vervoersrecht / Luchtvervoer
De Regeeringen van Afghanistan, Australië, België, Bolivia, Brazilië, Britsch-Indië, Canada, Chili, China, Colombia, Costa Rica, Cuba, de Dominicaansche Republiek, Ecuador, Egypte, El Salvador, Ethiopië, Frankrijk, Griekenland, Guatemala, Haïti, Honduras, Ierland, Iran, Irak, Libanon, Liberia, Luxemburg, Mexico, Nederland, Nicaragua, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Panama, Paraguay, Peru, het Gemeenebest der Philippijnen, Polen, Portugal, Spanje, Syrië, Tsjecho-Slowakije, Turkije, de Unie van Zuid-Afrika, Uruguay, Venezuela, het Vereenigd Koninkrijk, de Vereenigde Staten van Amerika, IJsland, Zuid-Slavië, Zweden en Zwitserland;
Na aanvaarding van de uitnoodiging tot hen gericht door de Regeering van de Vereenigde Staten van Amerika, om te worden vertegenwoordigd ter Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie;
Hebben hun onderscheidenlijke afgevaardigden, als hieronder in alfabetische volgorde naar de landen vermeld, aangewezen;
AFGHANISTAN.
Abdol Hosayn Aziz, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Said Tadjeddin, Eerste Secretaris bij het Afghaansche Gezantschap te Washington.
Sher Mohamed Quraishi.
AUSTRALIË.
Arthur S. Drakeford, Minister van Luchtvaart en Minister van Burgerlijke Luchtvaart; Voorzitter van de Delegatie.
Daniel McVey, Directeur-Generaal van de Burgerlijke Luchtvaart.
Lieutenant-Colonel W. R. Hodgson, Secretaris bij het Departement van Buitenlandsche Zaken.
Captain E. C. Johnston, Adjunct-Directeur-Generaal van de Burgerlijke Luchtvaart.
BELGIË.
Vicomte Alain du Parc, Gevolmachtigd Minister bij de Belgische Ambassade te New York, Voorzitter van de Delegatie.
Joseph Jennen, Handelsraad voor Bevoorrading bij de Belgische Ambassade te Washington.
Joseph Nisot, Juridisch Adviseur bij de Belgische Ambassade te New York.
Emil Allard, Professor aan de Universiteit van Brussel en Luik.
Major Jean Verhaegen, van de Belgische Luchtmacht.
BOLIVIA.
Lieutenant-Colonel Alfredo Pacheco, Militair- en Luchtvaart-Attaché bij de Boliviaansche Ambassade te Washington; Voorzitter van de Delegatie.
Federico A. Rocha, President van de Lloyd Aero Boliviano.
BRAZILIË.
Hahnemann Guimarães, Procureur-Generaal; Voorzitter van de Delegatie.
Alberto de Mello Flores, Directeur van Constructies bij het Ministerie van Luchtvaart.
Lieutenant-Colonel Clovis M. Travassos, Luchtvaart-Attaché bij de Braziliaansche Ambassade te Washington.
BRITSCH-INDIË.
Sir Girja Shankar Bajpai, Algemeen Vertegenwoordiger voor Britsch-Indië; Voorzitter van de Delegatie.
Sir Gurunath Bewoor, Secretaris bij het Departement van Posterijen en Luchtvaart van de Britsch-Indische Regeering.
Sir Frederick Tymms, Directeur van de Burgerlijke Britsch-Indische Luchtvaart.
Sirdar G. D. Singh, van de Directie van de Burgerlijke Luchtvaart.
S. C. Sen, van de Directie van de Burgerlijke Luchtvaart; Gedelegeerde en Secretaris.
CANADA.
C. D. Howe, Minister van Wederopbouw; Voorzitter van de Delegatie.
H. J. Symington, President van de Trans-Canada Air Lines.
J. A. Wilson, Directeur van Luchtdiensten bij het Departement van Vervoer.
CHILI.
Brigadier-General Rafael Sáenz, Vice-President van de Nationale Chileensche Luchtvaart Maatschappij; Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Gregorio Bisquert, Directeur van de Burgerlijke Luchtvaart Administratie.
Colonel Raúl Magallanes, Auditeur-Militair bij de Chileensche Luchtmacht.
CHINA.
Kia-ngau Chang, Adviseur van de Chineesche Regeering; Oud-Minister van Verkeer; Voorzitter van de Delegatie.
Major-General Pang-tsu Mow, Plaatsvervangend-Directeur van de Commissie voor Luchtvaart Aangelegenheden.
Chieh Liu, Gevolmachtigd Minister bij de Chineesche Ambassade te Washington.
COLOMBIA.
Luis Tamayo, Gevolmachtigd Minister, Consul-Generaal te New York; Voorzitter van de Delegatie.
Luis Guillermo Echeverri, Minister van Verkeer.
Guillerno E. Suárez, Handelsraad bij de Colombiaansche Ambassade te Washington.
Colonel Ernesto Buenaventura, van de Luchtmacht van Colombia; Oud-Militair-Attaché bij de Colombiaansche Ambassade te Washington.
Lieutenant-Colonel Jorge Méndez Calvo, van de Luchtmacht van Colombia.
COSTA RICA.
Román Macaya, Voorzitter van de Delegatie.
Mario Saborio.
Jaime Carranza.
Edward William Scott, Adviseur.
CUBA.
Felipe Pazos, Handels-Attaché bij de Cubaansche Ambassade te Washington; vertegenwoordigende het Ministerie van Staat; Voorzitter van de Delegatie.
Oscar Santa Maria, vertegenwoordigende het Ministerie van Verkeer.
Mario Torres Menier, vertegenwoordigende het Ministerie van Handel.
Alberto Boada, vertegenwoordigende de Nationale Vervoer Commissie; Secretaris van de Delegatie.
DOMINICAANSCHE REPUBLIEK
Charles A. McLaughlin, Technical Colonel bij het Leger van de Dominicaansche Republiek; Voorzitter van de Delegatie.
ECUADOR.
José A. Correa, Eerste Secretaris bij de Ambassade van Ecuador te Washington; Voorzitter van de Delegatie.
Jorge J. Trujillo.
Ernesto Bonilla.
Carlos de la Paz.
Francisco Gomez Jurado.
EGYPTE.
Mahmoud Bey Hassan, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Mohamed Bey Roushdy, Directeur-Generaal van de Burgerlijke Luchtvaart.
Mohamed Ali Fahmy, Controleur bij de Luchtvaart-Inspectie.
Osman Hamdy, Controleur van Luchtverkeer en Luchthavens.
Lieutenant-Colonel Mohamed Abdel Halim Khalifa, R.E.A.F.
EL SALVADOR.
Francisco Parraga; Voorzitter van de Delegatie.
Armando Llanos.
ETHIOPIË.
Blatta Ephrem Tewelde Medhen, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Getahoun Tesemma, Eerste Secretaris bij het Gezantschap van Ethiopië te Washington; Plaatsvervangend Gedelegeerde.
FRANKRIJK.
Max Hymans, oud-Minister, Directeur van het Luchtvervoer; Voorzitter van de Delegatie.
Claude Lebel, Hoofd van de Afdeeling Vervoer van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
Pierre Locussol, Plaatsvervangend-Hoofd van het Kabinet van den Minister van Luchtvaart.
André Bourges, civiel-luchtvaart-ingenieur; Attaché bij het Kabinet van den Minister van Luchtvaart.
GRIEKENLAND.
Major-General Demetrios T.N. Botzaris; Voorzitter van de Delegatie.
Alexander Argyropoulos.
Group Captain John Hadjinikolis, R.H.A.F.
Wing Commander Renos Pongis, R.H.A.F.
Squadron Leader Demetrios Coundouris, R.H.A.F.
GUATEMALA.
Colonel Oscar Morales López, Bevelhebber van de Militaire Luchtmacht van Guatemala; Directeur-Generaal van de Burgerlijke Luchtvaart; Voorzitter van de Delegatie.
Francisco Linares Aranda, Tweede Secretaris bij de Ambassade van Guatemala te Washington.
HAITI.
Captain Edouard Roy, Commanding Officer van het Luchtvaartkorps; Voorzitter van de Delegatie.
HONDURAS.
Emilio P. Lefebvre, Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Joseph B. Pate.
José Augusto Rodríguez.
IERLAND.
Robert Brennan, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
John Leydon, Permanent Secretaris van het Departement van Nijverheid en Handel.
John J. Hearne, Hooge Commissaris te Ottawa.
Timothy J. O'Driscoll, Principal Officer van de Luchtvaart- en Marine-Afdeeling van het Departement van Nijverheid en Handel.
IRAN.
Mohammed Shayesteh, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Hossein Navab, Consul-Generaal te New York.
Taghi Nassr, Handels- en Economisch Commissaris van Iran te New York.
Colonel Mahmoud Khosrovani.
IRAK.
Ali Jawdat, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Sami Fattah, Bevelhebber van de Koninklijke Luchtmacht van Irak.
Akram Mushtaq, Directeur van de Burgerlijke Luchtvaart van Irak.
Ali Fuad, Directeur van de Burgerlijke Luchthaven van Basra.
LIBANON.
Camille Chamoun, Gezant te Londen, Voorzitter van de Delegatie.
Faouzi El-Hoss.
LIBERIA.
Walter F. Walker, Consul-Generaal te New York; Voorzitter van de Delegatie.
John Lewis Cooper, Hoofd van den Radio Dienst van Liberia.
LUXEMBURG.
Hugues Le Gallais, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
MEXICO.
Colonel Pedro A. Chapa, vertegenwoordigende het Ministerie van Verkeer en Openbare Werken; Voorzitter van de Delegatie.
José L. Cossío, vertegenwoordigende het Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
Guillermo González, ingenieur, vertegenwoordigende het Ministerie van Verkeer en Openbare Werken.
Luis Andrade, vertegenwoordigende het Ministerie van Nationale Economie.
NEDERLAND.
M. P. L. Steenberghe, Voorzitter van de Nederlandsche Economische Financieele en Scheepvaart Missie; Voorzitter van de Delegatie.
B. Kleijn Molekamp, Gevolmachtigd Minister bij de Nederlandsche Ambassade te Washington.
F. C. Aronstein, lid van de Nederlandsche Economische, Financieele en Scheepvaart Missie; Adviseur van den Minister van Overzeesche Gebiedsdeelen.
F. H. Copes van Hasselt, rechtskundig adviseur voor Luchtvaartaangelegenheden van het Departement van Waterstaat.
NIEUW ZEELAND.
Hon. D. C. Sullivan, Minister van Industrie, Handel, Bevoorrading en Munitie; Lid van het Oorlogs Kabinet te Wellington; Voorzitter van de Delegatie.
Hon. C. A. Berendsen, Gezant bij de Vereenigde Staten te Washington.
Foss Shanahan, van het Departement van den Minister-President (Ministerie van Buitenlandsche Zaken).
Air Commodore Arthur de T. Nevill, Vice Chief of Air Staff, Wellington.
NICARAGUA.
Richard E. Frizell, Voorzitter van de Delegatie.
NOORWEGEN.
Wilhelm Munthe de Morgenstierne, Ambassadeur bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Knud Soemme, Lid van de Raad van Beheer van de Koninklijke Noorsche Luchttransportdienst.
Johan Georg Raeder, Handelsraad bij de Noorsche Ambassade te Londen.
Major Alf Heum, R.N.A.F., Hoofd van de Sectie voor Burgerlijke Luchtvaart van het Ministerie van Defensie.
PANAMA.
Carlos Icaza; Voorzitter van de Delegatie.
Inocencio Galindo, ingenieur.
Enrique Lefevre, ingenieur.
Narciso E. Garay, Eerste Secretaris bij de Ambassade van Panama te Washington.
PARAGUAY.
Lieutenant Commander A. Daniel Candia, Marine-Attaché bij de Ambassade van Paraguay te Washington; Voorzitter van de Delegatie.
PERU.
General Armando Revoredo, Luchtvaart-Attaché bij de Ambassade van Peru te Washington; Voorzitter van de Delegatie.
José Koechlin, Voorzitter van het Luchtvaart Comité van de Kamer van Afgevaardigden.
Luis Alvarado, Adviseerend Minister te Ottawa.
Federico Elguera, Consul-Generaal te Chicago.
Lieutenant Commander Guillermo van Oordt, van de Luchtmacht van Peru.
HET GEMEENEBEST DER PHILIPPIJNEN.
Jaime Hernandez, Minister van Financiën; Voorzitter van de Delegatie.
Urbano A. Zafra, Economisch Adviseur van den President van het Gemeenebest der Philippijnen; Waarnemend Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Manuel Nieto, Minister van Landbouw en Handel.
Joseph H. Foley, Directeur van het Agentschap van de Philippine National Bank te New York.
POLEN.
Jan Ciechanowski, Ambassadeur bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Zbyslaw Ciolkosz, Directeur van de Burgerlijke Luchtvaart Afdeeling van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart; Vice-Voorzitter van de Delegatie.
Stefan J. Konorski, Juridisch Adviseur van de Burgerlijke Luchtvaart Afdeeling van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
Henryk Gorecki, Voorzitter van het Comité voor Luchtvaartverbindingen van den Staatsluchtvaartraad; oud-Directeur van de Luchtvaartmaatschappij ‘Lot’.
Ludwik H. Gottlieb, van de Afdeeling van de Internationale Organisaties van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
Stanislaw Szulc, van de Nijverheidsafdeeling van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
Group Captain Witold Urbanowicz, Luchtvaart-Attaché bij de Poolsche Ambassade te Washington.
PORTUGAL.
Mario de Figueiredo, oud-Minister, Professor in de Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Coimbra; Voorzitter van de Delegatie.
Brigadier Alfredo Delesque dos Santos Cintra, Vice-President van de Nationale Luchtvaartraad.
Duarte Pinto Basto de Gusmão Calheiros, Adjunct-Directeur-Generaal der Posterijen.
Vasco Vieira Garin, Raad bij de Portugeesche Ambassade te Washington; Portugeesch Zaakgelastigde a.i.
SPANJE.
Esteban Terradas e Illa, President van den Raad van het Nationaal Instituut voor Luchtvaart Technologie; Voorzitter van de Delegatie.
Germán Baraibar y Usandizaga, Diplomatiek Ambtenaar met den rang van Gezant; Vice-Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Juan Bono Boix, Directeur-Generaal van de Burgerlijke Luchtvaart.
Colonel Francisco Vives Camino, Directeur-Generaal van de Grondwerken.
Lieutenant-Colonel Luis Azcárraga Pérez Caballero, Directeur-Generaal voor de Luchtverkeersbeveiliging.
César Gómez Lucia, Directeur van de Luchtvaartmaatschappij ‘Iberia’.
Major Ultano Kindelan, Adjunct-Luchtvaart-Attaché bij de Spaansche Ambassade te Londen.
SYRIË.
Noureddeen Kahale; Voorzitter van de Delegatie.
TSJECHO-SLOWAKIJE.
Air Vice-Marshal Karel Janoušsek, Inspecteur-Generaal van de Tsjecho-Slowaaksche Luchtmacht; Voorzitter van de Delegatie.
Lieutenant-Colonel Alexander Hess, adjunct Militair- en Luchtvaart-Attaché bij de Tsjecho-Slowaaksche Ambassade te Washington; Vice-Voorzitter van de Delegatie.
Flight-Lieutenant Josef Dubsky, R.A.F.
Kamil Kleiner.
Squadron Leader Stanislav Krejcik, R.A.F.
Squadron Leader Frantisek Martinek, R.A.F.
Milan Pitlik.
TURKIJE.
Sükrü Koçak, President van het Turksch Luchtvaart Verbond; Voorzitter van de Delegatie.
Ferruh Sahinbas, Directeur-Generaal van de Rijksluchtlijnen.
Orhan H. Erol, Raad bij de Turksche Ambassade te Washington.
UNIE VAN ZUID-AFRIKA.
S. F. N. Gie, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
John Martin, mede-gedelegeerde.
URUGUAY.
Captain Carlos Carbajal, van de Urugueesche Marine; Voorzitter van de Delegatie.
Colonel Medardo R. Farias, Militair-Luchtvaart-Attaché van de Urugueesche Ambassade te Washington.
VEREENIGD KONINKRIJK.
Lord Swinton, Minister van Burgerlijke Luchtvaart; Voorzitter van de Delegatie.
Sir Arthur Street, Secretaris-Generaal van het Ministerie van Luchtvaart.
Sir George London, van de Regeering van Newfoundland.
W. P. Hildred, Directeur van de Burgerlijke Luchtvaart van het Ministerie van Luchtvaart.
J. H. Magowan, Gezant bij de Britsche Ambassade te Washington.
W. C. G. Cribbett, adjunct Secretaris-Generaal van het Ministerie van Luchtvaart.
G. G. FitzMaurice, Juridisch Adviseur bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
A. J. Walsh, van Newfoundland.
VEREENIGDE STATEN VAN AMERIKA.
Adolf A. Berle, Jr., Adjunct-Staatssecretaris; Voorzitter van de Delegatie.
Josiah W. Bailey, Voorzitter van de Handelscommissie van den Senaat van de Vereenigde Staten.
Owen Brewster, Lid van de Handelscommissie van den Senaat van de Vereenigde Staten.
Alfred L. Bulwinkle, van het Huis van Afgevaardigden van de Vereenigde Staten.
William A. M. Burden, Adjunct-Secretaris van Handel voor de Luchtvaart.
Rear-Admiral Richard E. Byrd, van de Amerikaansche Marine b.d.
Fiorello H. La Guardia, Voorzitter van de Sectie van de Vereenigde Staten van de Permanente Gezamenlijke Verdedigingsraad Canada-Vereenigde Staten.
L. Welch Pogue, Voorzitter van de Burgerlijke Luchtvaartraad.
Edward Warner, Vice-Voorzitter van de Burgerlijke Luchtvaartraad.
Charles A. Wolverton, van het Huis van Afgevaardigden van de Vereenigde Staten.
VENEZUELA.
Colonel Juan de Dios Celis Paredes, Oud-Minister van Oorlog en Marine; Voorzitter van de Delegatie (afwezig).
Francisco J. Sucre, Directeur van Verkeer van het Ministerie van Openbare Werken; Waarnemend Voorzitter van de Delegatie.
Julio Blanco Ustáriz, Juridisch Adviseur.
IJSLAND.
Thor Thors, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Agnar Kofoed-Hansen, deskundig Adviseur voor de Luchtvaart bij de Regeering van IJsland.
Gudmunder Hliddal, Directeur van de Posterijen en Telegraphie.
Sigurdur Thoroddsen, civiel-ingenieur; Lid van het Parlement van IJsland.
ZUID-SLAVIE.
Vladimir M. Vukmirovic, Consul-Generaal te Chicago; Voorzitter van de Delegatie.
Squadron Leader (Kapitein der Eerste Klasse) Nenad Dj. Mirosavljevic, Hoofd van de Afdeeling Burgerlijke Luchtvaart van het Zuid-Slavische Ministerie van Oorlog.
Flight Lieutenant Predag Sopalovic.
ZWEDEN.
Ragnar Kumlin, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister bij de Regeering van Brazilië; Voorzitter van de Delegatie.
Tord Knutsson Ångström, Adjunct-Directeur van de Burgerlijke Luchtvaart.
Per Adolf Norlin, Directeur-Generaal van de Zweedsche Intercontinentale Luchtvaartmaatschappij.
Gustaf Allan Hultman, Hoofd bij de Algemeene Post Administratie.
ZWITSERLAND.
Charles Bruggmann, Gezant bij de Vereenigde Staten; Voorzitter van de Delegatie.
Eduard Feer, Raad van het Zwitsersche Gezantschap te Washington; Plaatsvervangend Voorzitter.
Eduard Amstutz, Gedelegeerde voor de Burgerlijke Luchtvaart.
Louis Clerc, Hoofd van het Zwitsersche Luchtvaartbureau.
Jean Merminod, Hoofd van de Afdeeling Vervoer van Buitenlandsche Zaken.
Henry Pillichody, Buitengewoon vertegenwoordiger van het Zwitsersch Nationaal Bureau voor Vervoer.
Die te Chicago, Illinois, op 1 November 1944 onder het tijdelijk Voorzitterschap van Adolf A. Berle, Jr., Voorzitter van de Delegatie van de Vereenigde Staten van Amerika, bijeenkwamen.
Hendrik de Kauffmann, Gezant van Denemarken te Washington, en Mom Rajawongse Seni Pramoj, Gezant van Thailand te Washington, woonden op een uitnoodiging van de Regeering van de Vereenigde Staten om persoonlijk tegenwoordig te zijn, de Eerste Voltallige Zitting bij. De Conferentie stemde er, op een voorstel van de Commissie inzake de Geloofsbrieven, mede in, dat de Deensche Gezant en de Thailandsche Gezant bij de volgende zittingen van de Conferentie aanwezig zouden zijn.
Warren Kelchner, Hoofd van de Afdeeling Internationale Conferenties van het Departement van Staat van de Vereenigde Staten, werd met goedkeuring van den President van de Vereenigde Staten, aangewezen als Secretaris-Generaal van de Conferentie en Theodore P. Wright, Administrateur van de Burgerlijke Luchtvaart bij de Afdeeling Burgerlijke Luchtvaart van het Departement van Handel van de Vereenigde Staten, werd aangewezen als Technisch Secretaris van de Conferentie.
Adolf A. Berle, Jr., Voorzitter van de Delegatie van de Vereenigde Staten van Amerika, werd op de Tweede Voltallige Zitting, welke op 2 November 1944 werd gehouden, gekozen tot Permanent Voorzitter van de Conferentie.
Max Hymans, Voorzitter van de Fransche Delegatie van Kiangau Chang[lees: en Kiangau Chang], Voorzitter van de Chineesche Delegatie, werden tot Vice-Voorzitters van de Conferentie gekozen.
Het uitvoerend Comité, samengesteld uit de Voorzitter van de onderscheidenlijke Delegaties, onder Voorzitterschap van den Tijdelijken Voorzitter van de Conferentie, stelde een Bestuurscomité van de Conferentie in, waarvan de volgende leden deel uitmaakten:
Bestuurscomité.
Adolf A. Berle, Jr., Vereenigde Staten van Amerika, Voorzitter ex Officio.
Abdol Hosayn Aziz (Afghanistan).
Hahnemann Guimãraes (Brazilië).
C. D. Howe (Canada).
Kia-ngau Chang (China).
Luis Tamayo (Colombia).
Blatta Ephrem Tewelde Medhem (Ethiopië).
Max Hymans (Frankrijk).
M. P. L. Steenberghe (Nederland).
Wilhelm Munthe de Morgenstierne (Noorwegen).
Lord Swinton (Vereenigd Koninkrijk).
Captain Carlos Carbajal (Uruguay).
De Tijdelijke Voorzitter benoemde de volgende leden van de Algemeene Comités, ingesteld door de Conferentie:
Comité inzake Benoemingen.
General Armando Revoredo (Peru), Voorzitter.
Felipe Pazos (Cuba).
Sir Gurunath Bewoor (Britsch Indië).
Hugues Le Gallais (Luxemburg).
Jan Ciechanowski (Polen).
Comité inzake Geloofsbrieven.
Arthur S. Drakeford (Australië), Voorzitter.
Mahmoud Bey Hassan (Egypte).
Group Captain John Hadjinikolis (Griekenland).
Wilhelm Munthe de Morgenstierne (Noorwegen).
Carlos Icaza (Panama).
Comité inzake Voorschriften en Reglementen.
S. F. N. Gie (Unie van Zuid-Afrika), Voorzitter.
Brigadier-General Rafael Saenz (Chili).
Air-Vice-Marshal Karel Janoušek (Tsjecho-Slowakije).
Thor Thors (IJsland).
Walter F. Walker (Liberia).
Op 30 November 1944 werd door het Uitvoerend Comité een Coördinatie-Comité samengesteld met de volgende leden:
Coördinatie Comité.
John Martin (Unie van Zuid-Afrika), Voorzitter van Comité I.
F. C. Aronstein (Nederland) plaatsvervangend Voorzitter van Comité II.
Stokeley W. Morgan (Vereenigde Staten) plaatsvervangend Voorzitter van Comité III.
Edmundo Penna Barbosa da Silva (Brazilië), plaatsvervangend Voorzitter van Comité IV.
Escott Reid (Canada).
Luis Machado (Cuba).
W. C. G. Cribbett (Vereenigd Koninkrijk).
De Conferentie verdeelde zich in vier Technische Comités.
De ambtenaren van deze Comités, gekozen door de Conferentie en die van de door de Comités ingestelde Sub-comités, zijn de volgende:
COMITE I.
Multilateraal Luchtvaart Verdrag en Internationaal Luchtvaartcorporatie.
Voorzitter: John Martin (Unie van Zuid-Afrika).
Vice-Voorzitter: Luis Tamayo (Colombia).
Secretaris: Paul T. David.
Adjunct-Secretaris: Virginia C. Little.
Sub-comité 1.
Internationale Organisatie.
Voorzitter: Vicomte Alain du Parc (België).
Secretaris: Paul T. David.
Sub-comité 2.
Beginselen van Luchtverkeer.
Voorzitter: L. Welch Pogue (Vereenigde Staten van Amerika).
Secretaris: Virginia C. Little.
Sub-comité 3.
Beginselen van Luchtvervoer.
Voorzitter: H. J. Symington (Canada).
Secretaris: Melvin A. Brenner.
COMITE II.
Technische Richtlijnen en Werkwijze.
Voorzitter: M. P. L. Steenberghe (Nederland).
Vice-Voorzitter: A. D. McLean (Canada).
Rapporteur Gedelegeerde: Edward Warner (Vereenigde Staten van Amerika).
Secretaris: Alfred S. Koch.
Adjunct-Secretaris: Alfred Hand.
Sub-comité 1.
Communicatie-procedures; Luchtwegenstelsels.
Voorzitter: Stanislaw Kryczkowski (Polen).
Vice-Voorzitter: W. A. Duncan (Vereenigd Koninkrijk).
Rapporteur-Lid: F. W. Hancock (Vereenigd Koninkrijk).
Secretaris: Lloyd H. Simson.
Sub-comité 2.
Luchtverkeersregels; Toezicht op Luchtverkeer.
Voorzitter: Guillermo González (Mexico).
Vice-Voorzitter: Timothy J. O'Driscoll (Ierland).
Secretaris: Kenneth Matucha.
Sub-comité 3.
Richtlijnen inzake het Uitgeven van Bewijzen van Geschiktheid aan Bedienend en Technisch Personeel; Journalen.
Voorzitter: Major Alf Heum (Noorwegen).
Vice-Voorzitter: Generaal Armando Revoredo (Peru).
Rapporteur-Lid: R. D. Poland (Vereenigd Koninkrijk).
Secretaris: Robert D. Hoyt.
Sub-comité 4.
Luchtwaardigheid van Luchtvaartuigen.
Voorzitter: Air-Vice-Marshal A. Ferrier (Canada).
Vice-Voorzitter: Wing Commander J. M. Buckeridge (Nieuw Zeeland).
Secretaris: Omer Welling.
Sub-comité 5.
Registratie en Identificatie van Luchtvaartuigen.
Voorzitter: Colonel Ching-Yee Liu (China).
Vice-voorzitter: Captain E. C. Johnston (Australië).
Secretaris: John T. Morgan.
Sub-comité 6.
Verzameling en Verspreiding van Meteorologische Gegevens.
Voorzitter: J. Patterson (Canada).
Vice-Voorzitter: Major Jorge Marcano (Venezuela).
Secretaris: Delbert M. Little.
Sub-comité 7.
Land- en Zeekaarten ten behoeve van de Luchtvaart.
Voorzitter: Paul A. Smith (Vereenigde Staten van Amerika).
Vice-Voorzitter: F. H. Peters (Canada).
Rapporteur-Lid: Lieutenant-Colonel J. C. T. Willis (Vereenigd Koninkrijk).
Secretaris: Jeremiah S. Morton.
Sub-comité 8.
Douanerechten, Manifesten.
Voorzitter: Vernon G. Crudge (Vereenigd Koninkrijk).
Vice-Voorzitter: Josef Pick (Tsjecho-Slowakije).
Secretaris: Charles M. Howell, Jr.
Sub-comité 9.
Onderzoek naar Ongevallen, daaronder begrepen Hulp en Berging.
Voorzitter: Air Commodore Vernon-Brown (Vereenigd Koninkrijk).
Vice-Voorzitter: René de Ayala (Cuba).
Secretaris: Claude M. Sterling.
Sub-comité 10.
Publicaties en Modellen.
Voorzitter: Captain E. C. Johnston (Australië).
Vice-Voorzitter: Jean Peset (Frankrijk).
Secretaris: Floyd B. Brinkley.
COMITE III.
Voorloopige Luchtlijnen.
Voorzitter: Adolf A. Berle, Jr., (Vereenigde Staten van Amerika).
Vice-Voorzitter: Max Hymans (Frankrijk).
Secretaris: Howard B. Railey.
Adjunct-Secretaris: Harry A. Bowen.
Sub-comité 1.
Standaard Model voor Overeenkomsten betreffende Voorlopige Luchtlijnen.
Voorzitter: Wilhelm Munthe de Morgenstierne (Noorwegen).
Rapporteur-Lid: F. C. Aronstein (Nederland).
Secretaris: Howard B. Railey.
COMITE IV.
Tijdelijke Raad.
Voorzitter: Hahnemann Guimarães (Brazilië).
Vice-Voorzitter: Kia-ngau Chang (China).
Secretaris: George C. Neal.
Adjunct-Secretaris: Erwin R. Marlin.
Sub-comité 1.
Samenstelling en Organisatie van den Tijdelijken Raad.
Voorzitter: S. F. N. Gie (Unie van Zuid-Afrika).
Secretaris: Erwin R. Marlin.
Sub-comité 2.
Bevoegdheden en Taak van den Tijdelijken Raad.
Voorzitter: General Armando Revoredo (Peru).
Secretaris: George C. Neal.
De Voltallige Slotzitting werd gehouden op 7 December 1944.
Als resultaat van de beraadslagingen der Conferentie, welke zijn vastgelegd in de processen-verbaal en de verslagen van de onderscheidenlijke Comités en Sub-comités en van de Voltallige Zittingen, werden de volgende stukken opgesteld:
Tijdelijke Overeenkomst inzake de Internationale Burgerlijke Luchtvaart.
De Tijdelijke Overeenkomst inzake de Internationale Burgerlijke Luchtvaart is als Aanhangsel I hieraan gehecht.
Het Verdrag inzake de Internationale Burgerlijke Luchtvaart is als Aanhangsel II hieraan gehecht.
De Overeenkomst inzake den Doortocht van Internationale Luchtdiensten is als Aanhangsel III hieraan gehecht.
Overeenkomst inzake het Internationale Luchtvervoer.
De Overeenkomst inzake het Internationale Luchtvervoer is als Aanhangsel IV hieraan gehecht.
De volgende besluiten en aanbevelingen werden aangenomen:
I
Voorbereiding van het Slot-Protocol
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Besluit:
dat het Secretariaat wordt gemachtigd het Slot-Protocol voor te bereiden in overeenstemming met de door den Secretaris-Generaal in Journal no. 34 van 4 December 1944 voorgestelde richtlijnen en dat het Coördinatie Comité den tekst zal nazien;
dat het Slot-Protocol de definitieve teksten van de door de Conferentie in Voltallige Zitting vastgestelde stukken zal bevatten en dat daarin geen wijzigingen zullen worden aangebracht in de Voltallige Slotzitting.
II
Ontwerp technische bijlagen
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat het voor een veilige, snelle en gemakkelijke luchtvaartnavigatie van belang is, dat bij vele onderwerpen de praktijk zooveel mogelijk internationaal worde gestandaardiseerd.
Overwegende,
dat deze onderwerpen uiteraard problemen van groote verscheidenheid en ingewikkeldheid inhouden en vereischen, dat veel nieuw terrein wordt onderzocht; en
Overwegende,
dat gedurende de beraadslagingen van deze Conferentie aanzienlijke vorderingen zijn gemaakt met betrekking tot de ontwikkeling van reglementen voor de praktijk, welke door de aan de beraadslagingen deelnemende technici als doelmatig werden aanvaard, doch dat de tijd te beperkt en het aantal personen, dat rechtstreeks aan de beraadslagingen kon deelnemen, te klein was, dan dat de beraadslagingen konden leiden tot de uiteindelijke overtuiging, dat zekere bepalingen, ter Conferentie opgesteld, toereikend en juist zijn;
Besluit:
dat de ontwerpen der bijlagen voor een Internationaal Verdrag inzake de Burgerlijke Luchtvaart, welke hieraan zijn gehecht als Aanhangsel V, door de Conferentie worden aangenomen op de volgende gronden:
- (a)
De ontwerpen, als thans voorgelegd, zullen door de deelnemende Staten worden aangenomen voor onmiddellijke en voort te zetten bestudeering.
- (b)
Zij zullen geacht worden modellen te zijn ten aanzien van de gewenschte draagwijdte en inrichting van de verschillende bijlagen.
- (c)
De deelnemende Staten nemen op zich, aan de Regeering van de Vereenigde Staten (dan wel aan de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie, indien deze ondertusschen is tot stand gekomen) vóór 1 Mei 1945 toe te zenden eventueele aanbevelingen voor noodzakelijke toevoegingen, doorhalingen of amendementen.
- (d)
De Regeering van de Vereenigde Staten (of de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie) zal deze aanbeveling overbrengen aan de andere deelnemende Staten in afwachting van de bijeenkomsten van de technische comité's, welke door de Voorloopige Internationale Burgerluchtvaart Organisatie zullen worden ingesteld om de onderwerpen van de verschillende documenten te behandelen; deze samenkomsten zullen zoo spoedig mogelijk moeten worden gehouden met het oog op de uiteindelijke aanvaarding der bijlagen in definitieven vorm voor toevoeging aan een verdrag.
- (e)
Voor zoover de Technische Subcomités in staat zijn geweest inzake de aanbevolen regelingen tot overeenstemming te geraken, worden inmiddels de Staten van de wereld, hun tegenwoordige internationale verplichtingen voor oogen houdende, aangespoord deze regelingen als zoodanig te aanvaarden, dat de nationale gebruiken van de onderscheidenlijke Staten zooveel en zoo spoedig mogelijk daarop moeten worden gericht.
III
Technisch personeel
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat de ontwikkeling en de handhaving van passende internationale richtlijnen inzake onderwerpen, de internationale luchtvaart betreffende, voortdurend onderzoek van de ontwikkeling der betreffende techniek en de daarmede samenhangende toepassingen door technisch geschoold personeel vereischen;
Besluit,
dat de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie zoo spoedig mogelijk na haar oprichting in haar Secretariaat geschikt personeel zal tewerkstellen, deskundig op het gebied van de luchtvaartwetenschap en praktijk, ten opzichte waarvan in het bijzonder een voortdurende studie noodzakelijk is, en dat deze technisch geschoolde leden van het Secretariaat belast zullen worden met het onderzoeken en het aan de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie uitbrengen van rapporten omtrent vraagstukken, verband houdende met het opstellen van internationale richtlijnen en aanbevolen regelingen en met het leiding geven bij en uitbrengen van verslagen omtrent zoodanige andere studies, als bevorderlijk zullen zijn voor een veilige en doeltreffende regeling van het internationale luchtvervoer.
IV
Metriek Stelsel
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat een standaard-matenstelsel in alle voorschriften en reglementen, met betrekking tot het luchtverkeer op de internationale en intercontinentale luchtlijnen, zeer zou bijdragen tot de veiligheid daarvan; en
Overwegende,
dat het van groot belang wordt geoordeeld, dat de getallen, welke worden gebruikt in voorschriften en reglementen en andere gegevens, waarmede het vliegend en ander bedienend personeel te maken heeft bij de voorbereiding van vluchten en gedurende deze vluchten over verschillende landen, zouden moeten bestaan uit ronde getallen, welke gemakkelijk kunnen worden onthouden,
Besluit,
- 1.
dat in die gevallen, waarin het onpractisch en ongewenscht blijkt, gebruik te maken van het metrieke stelsel als een internationale standaard bij uitnemendheid, eenheden in publicaties en practische reglementen, welke rechtstreeks het internationale luchtverkeer raken, zoowel in het metrieke als in het Engelsche stelsel zullen worden uitgedrukt; en
- 2.
dat de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie tot onderwerp van voortgaande studie en aanbevelingen zal maken de verdere unificatie van het berekenen en van de wijze van het aangeven en systematiseeren van afmetingen, alsmede de bepaling van afmetingen in gebruik bij het internationale luchtverkeer.
V
Overdracht van rechten op luchtvaartuigen
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat de verkoop van luchtvaartuigen, bestemd voor gebruik in het internationale verkeer, het voor de verschillende regeeringen wenschelijk maakt tot overeenstemming te komen inzake de juridische vraagpunten, welke de overdracht van rechten met zich brengt,
Beveelt aan,
dat de verschillende regeeringen, welke zijn vertegenwoordigd in deze Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie de spoedige bijeenkomst van een internationale privaatrechtelijke luchtvaartconferentie in overweging nemen, teneinde een verdrag op te stellen, waarin de overdracht van rechten op luchtvaartuigen is geregeld, en dat de beraadslagingen van deze conferentie zich tevens zullen uitstrekken:
- (a)
tot het bestaande ontwerp-verdrag inzake hypotheken of andere zakelijke zekerheidsrechten en luchtvaart-voorrechten; en
- (b)
tot het bestaande ontwerp-verdrag inzake den eigendom van luchtvaartuigen en het luchtvaart-register,
welke beide werden aangenomen door het Comité International Technique d'Experts Juridiques Aériens (C.I.T.E.J.A.) in 1931.
VI
Verdrag van Rome tot het brengen van eenheid in eenige bepalingen inzake conservatoir beslag op luchtvaartuigen van 29 mei 1933
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat een groote bewegelijkheid van luchtvaartuigen in den internationalen handel een eerste voorwaarde is voor het trekken van het grootste profijt uit de snelle verbindingen, welke het luchtvaartuig verschaft;
dat de beslaglegging of het ophouden van luchtvaartuigen in gevallen, dat de beslaglegger geen beroep kan doen op een tevoren bij den normalen gang van een proces verkregen vonnis uitvoerbaar bij voorraad of op een gelijkwaardigen executorialen titel, de groote bewegelijkheid van luchtvaartuigen in den internationalen handel aantast,
Beveelt aan,
dat de verschillende regeeringen, welke in deze Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie zijn vertegenwoordigd, de wenschelijkheid overwegen, het Verdrag tot het Brengen van Eenheid in Eenige Bepalingen inzake Conservatoir Beslag op Luchtvaartuigen, onderteekend te Rome op 29 Mei 1933, tijdens de Derde Internationale Conferentie betreffende Privaat Luchtrecht, hetzij te bekrachtigen, hetzij daartoe toe te treden, indien tenminste deze regeeringen inmiddels dat Verdrag niet reeds hebben bekrachtigd, of tot dat Verdrag reeds zijn toegetreden.
VII
Hervatting van een samenwerking met de zittingen van het C.I.T.E.J.A.
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat het Comité International Technique d'Experts Juridiques Aériens (C.I.T.E.J.A.), ingesteld ingevolge een aanbeveling, welke is aangenomen op de Eerste Internationale Conferentie betreffende Privaat Luchtrecht, gehouden te Parijs in 1925, belangrijke vorderingen heeft gemaakt in de ontwikkeling eener codificatie van het internationaal privaat luchtrecht door het voorbereiden van ontwerpen van internationale verdragen in zoodanigen vorm, dat zij op periodiek te houden internationale conferenties betreffende privaat luchtrecht kunnen worden aangenomen;
dat de verdere uitwerking van deze codificatie van het internationaal privaat luchtrecht door het completeeren van hangende C.I.T.E.J.A. projecten en door het entameeren van nieuwe studieobjecten op het gebied van privaat luchtrecht wezenlijk zal bijdragen tot de ontwikkeling van de internationale burgerlijke luchtvaart;
Beveelt aan,
- 1.
dat de verschillende regeeringen, welke zijn vertegenwoordigd in deze Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie, de wenschelijkheid zullen overwegen zoo spoedig mogelijk de zittingen van het C.I.T.E.J.A., welke tengevolge van het uitbreken van den oorlog werden verdaagd, te doen hervatten, de noodzakelijke bijdragen in de kosten van het secretariaat van het C.I.T.E.J.A. te voldoen en juridische deskundigen, die de bijeenkomsten van het C.I.T.E.J.A. zullen bijwonen, te benoemen; en
- 2.
dat ook door de verschillende regeeringen de wenschelijkheid in overweging zal worden genomen om de werkzaamheden van het C.I.T.E.J.A. met die van de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie te coördineeren en, nadat deze zal zijn ingesteld, met die van de permanente Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie, opgericht ingevolge het Verdrag inzake de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, op 7 December 1944 te Chicago vastgesteld.
VIII
Standaard model van een overeenkomst voor voorloopige luchtlijnen
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Overwegende,
dat de loop van de militaire gebeurtenissen eenige deelen van de wereld vrij zal maken van de storing, welke de oorlog heeft veroorzaakt in het burgerlijk luchtverkeer;
Overwegende,
dat het systeem en de faciliteiten van het burgerlijk vervoer in vele Staten zijn teruggebracht tot een niveau, dat verre van genoegzaam is, doch dat echter ruimschoots gelegenheid bestaat om het vliegtuig te gebruiken, dat zijn geschiktheid om een snel vervoer op groote schaal te bewerkstelligen, om hulp te brengen aan noodlijdende landen en om den terugkeer naar normaal verkeer en handel te bespoedigen, heeft bewezen;
Overwegende,
dat de mogelijkheden van het luchtvervoer zoo groot en tegelijk zoo onvoorzienbaar zijn, dat het wenschelijk is een tijdige ontwikkeling op dit gebied gedurende een overgangsperiode te bevorderen, teneinde practische ondervinding te verkrijgen, waarvan later meer duurzame maatregelen het resultaat zullen zijn;
Overwegende,
dat elke staat de volledige en uitsluitende souvereiniteit bezit over de luchtruimte boven zijn grondgebied;
Overwegende,
dat het wenschelijk is, dat er in de hoogst mogelijke mate eenheid bestaat in alle overeenkomsten, welke door de Staten onderling zullen worden gesloten met betrekking tot het functioneeren van luchtdiensten;
Beveelt aan:
- 1.
dat elke Staat op zich neemt, zich ervan te onthouden om bepaalde voorzieningen in een overeenkomst op te nemen, welke een anderen Staat of luchtvaartmaatschappij het uitsluitende recht met betrekking tot het overvliegen, het doen van technische landingen en het binnenvliegen voor handelsdoeleinden, toekent of overeenkomsten aan te gaan, welke ten aanzien van luchtvaartmaatschappijen van andere Staten een exclusief of onderscheid makend karakter dragen en alle bestaande exclusieve of onderscheid makende rechten in de nog van kracht zijnde overeenkomsten, zoo spoedig mogelijk een einde te doen nemen;
- 2.
dat de bepalingen, vervat in het ontwerp-model voor een standaard overeenkomst, als hierna volgt, moeten worden beschouwd als standaard bepalingen, welke in de overeenkomsten als bovenbedoeld moeten worden opgenomen, met dien verstande, dat de betrokken Staten het recht behouden, om zoodanige wijzigingen in de bewoordingen aan te brengen, als in elk bijzonder geval noodzakelijk zal kunnen zijn en er aanvullende bepalingen in op te nemen voor zoover bedoelde wijzingen[lees: wijzigingen] of aanvullingen niet onvereenigbaar zijn met de standaardbepalingen. Het is wel te verstaan, dat niets een Staat zal weerhouden, overeenkomsten te sluiten met luchtvaartmaatschappijen van andere Staten, mits in zulke overeenkomsten de hierbovenbedoelde standaardbepalingen zijn opgenomen voorzoover zij hierop toepasselijk zullen zijn.
Ontwerp voor een Standaard-Overeenkomst voor voorloopige Luchtlijnen.
(1)
De overeenkomstsluitende partijen verleenen de rechten, opgesomd in de hieraan gehechte Bijlage 1), welke vereischt zijn om de daarin omschreven internationale burgerlijke luchtlijnen en diensten in te stellen, onverschillig of zulke diensten onmiddellijk dan wel op een later tijdstip, naar verkiezing van de overeenkomstsluitende partij, aan welke de rechten worden verleend, zullen worden geopend.
(2)
- (a)
Elk van de aldus omschreven luchtdiensten zal in exploitatie worden genomen, zoodra de overeenkomstsluitende partij, aan welke krachtens paragraaf (1) het recht is verleend, een of meer luchtvaartmaatschappijen voor de betreffende route aan te wijzen, aan een luchtvaartmaatschappij voor zoodanige route machtiging heeft verleend. De overeenkomstsluitende partij, welke het recht verleent, zal overeenkomstig Artikel (7) van deze overeenkomst, verplicht zijn aan de betreffende luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen de passende exploitatievergunning te verleenen; met dien verstande, dat van de aldus aangewezen luchtvaartmaatschappij kan worden verlangd, dat zij, alvorens haar zal zijn toegestaan de exploitaties als bedoeld in deze overeenkomst aan te vangen, ten overstaan van de bevoegde luchtvaart-autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij, welke de rechten, overeenkomstig de wetten en voorschriften, welke gewoonlijk door deze autoriteiten worden toegepast, verleent, haar bevoegdheid bewijst. Het is wel te verstaan, dat de opening van de luchtdiensten in gebieden, waar vijandelijkheden plaats hebben of die militair bezet zijn of in gebieden, welke daarvan den weerslag ondervinden, onderworpen zal zijn aan de goedkeuring van de bevoegde militaire autoriteiten.
- (b)
Het is wel te verstaan, dat elke overeenkomstsluitende partij, aan welke krachtens deze overeenkomst commercieele rechten zijn verleend, deze — behoudens in geval zij daartoe tijdelijk niet in staat is — zoo spoedig mogelijk moet uitoefenen.
(3)
Exploitatierechten, welke vroeger mochten zijn verleend door een van de overeenkomstsluitende partijen aan een Staat, die niet partij is bij deze overeenkomst of aan een luchtvaartmaatschappij, blijven onder dezelfde voorwaarden van kracht.
(4)
Teneinde bevoorrechtende praktijken te voorkomen en gelijkheid van behandeling te verzekeren, wordt overeengekomen, dat:
- (a)
Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan opleggen of doen opleggen billijke en redelijke kosten voor het gebruik van luchthavens en andere faciliteiten. Elk van de overeenkomstsluitende partijen neemt echter op zich, dat deze kosten niet hooger zullen zijn dan die, welke zouden worden betaald voor het gebruik van zoodanige luchthavens en faciliteiten door haar eigen luchtvaartuigen, gebezigd op soortgelijke internationale diensten.
- (b)
Op motorbrandstof, smeeroliën en reservedeelen, welke in het gebied van een overeenkomstsluitende partij door een andere overeenkomstsluitende partij of haar onderdanen worden ingevoerd, en welke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik door luchtvaartuigen van laatstbedoelde overeenkomstsluitende partij, zullen ten aanzien van het heffen van invoerrechten, inspectiekosten of andere nationale rechten of kosten, door de overeenkomstsluitende partij, op wier gebied zij zijn ingevoerd, worden toegepast de nationale regelingen en de meestbegunstigingsclausule.
- (c)
Motorbrandstof, smeeroliën, reservedeelen, gewone uitrustingsstukken en proviand, welke aan boord blijven van burgerlijke luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen, welke gemachtigd zijn de in de Bijlage omschreven luchtlijnen en -diensten te onderhouden, zullen, bij aankomst op of vertrek uit het grondgebied van andere overeenkomstsluitende partijen, zijn vrijgesteld van douanerechten, inspectiekosten of soortgelijke rechten of kosten, zelfs wanneer zulke voorraden worden gebruikt of verbruikt door deze luchtvaartuigen bij vluchten binnen dat grondgebied.
(5)
Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van geschiktheid en vergunningen uitgereikt of geldig verklaard door een overeenkomstsluitende partij zullen door de andere overeenkomstsluitende partijen als geldig worden erkend voor de exploitatie van de in de Bijlage omschreven luchtlijnen en -diensten. Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich evenwel het recht voor, voor vluchten boven haar eigen grondgebied de erkenning van bewijzen van geschiktheid en vergunningen, door een anderen Staat aan haar onderdanen uitgereikt, te weigeren.
(6)
- (a)
De wetten en voorschriften van een overeenkomstsluitende partij betreffende de toelating tot of het vertrek uit haar grondgebied van luchtvaartuigen, gebezigd in de internationale luchtvaart of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zulke luchtvaartuigen, gedurende het verblijf binnen haar grondgebied, zullen zonder onderscheid van nationaliteit van toepassing zijn op de luchtvaartuigen van alle overeenkomstsluitende partijen en zullen door deze luchtvaartuigen moeten worden nagekomen bij het binnenkomen of verlaten van, of gedurende het verblijf binnen het grondgebied van die partij.
- (b)
De wetten en voorschriften van een overeenkomstsluitende partij, betreffende de toelating tot of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanningen of lading van luchtvaartuigen, zooals voorschriften betreffende toelating, in- en uitklaring, immigratie, paspoorten, douane en quarantaine, zullen door of vanwege deze passagiers, bemanningen of lading bij binnenkomst in, vertrek uit of tijdens het verblijf binnen het grondgebied van die partij moeten worden nagekomen.
(7)
Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich het recht voor een luchtvaartmaatschappij van een anderen Staat een bewijs of vergunning te onthouden of deze te herroepen, in elk geval, waarin niet tot haar genoegen is gebleken, dat het overwegende eigendomsrecht en het daadwerkelijke toezicht berusten bij onderdanen van een partij bij deze overeenkomst, dan wel in geval een luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft de wetten, omschreven in artikel (6) van deze overeenkomst, van den Staat, over welks grondgebied zij luchtdiensten onderhoudt, na te komen aan haar verplichtingen ingevolge deze overeenkomst te voldoen.
(8)
Deze overeenkomst en alle daarmede in verband staande contracten zullen bij de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie worden geregistreerd.
(9)
(Indien gewenscht, hier invoegen bepalingen omtrent bijzonderheden waarvan scheidsrechterlijke voorzieningen een onderwerp van onderhandelingen tusschen de partijen voor elke afzonderlijke overeenkomst zullen uitmaken).
(10)
Deze overeenkomst zal van kracht blijven totdat zij zal worden gewijzigd dan wel vervangen door een algemeen multilateraal luchtvaartverdrag, met dien verstande echter, dat de rechten voor de uitoefening van diensten, welke ingevolge deze overeenkomst zijn toegekend, kunnen worden beëindigd door middel van een mededeeling met een opzeggingstermijn van een jaar aan de overeenkomstsluitende partij, wier luchtvaartmaatschappijen het aangaat. Zoodanige mededeeling kan te allen tijde worden gedaan na een tijdsverloop van twee maanden, teneinde overleg tusschen de overeenkomstsluitende partij, welke de mededeeling heeft gedaan, en de overeenkomstsluitende partijen, welke door de luchtlijnen worden bediend, mogelijk te maken.
IX
Vlieg-documenten en -modellen
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Besluit:
dat zoodra de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie zal zijn opgericht, haar zal worden verzocht het vraagstuk van de publicatie van vliegdocumenten en modellen in de belangrijkste talen van de gebieden, waarover de internationale hoofdluchtlijnen worden onderhouden, te bestudeeren.
X
Aanbeveling, dat bepaalde onderwerpen naar den tijdelijken raad zullen worden verwezen ter bestudeering
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Beveelt aan:
dat de aangelegenheden, waarover tusschen de Staten, welke ter Conferentie zijn vertegenwoordigd geen overeenstemming kon worden bereikt, in het bijzonder de aangelegenheden, vervat onder de hoofden van de artikelen II, X, XI en XII van Document 358 (Ontwerp van een Sectie van een Internationaal Luchtvaart Verdrag, betreffende in hoofdzaak het Luchtvervoer) en de Conferentiedocumenten 384, 385, 400, 407 en 429 en alle andere daarop betrekking hebbende documentatie, zullen worden verwezen naar den Tijdelijken Raad, welke is voorzien in de Tijdelijke Overeenkomst betreffende de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, op 7 December 1944 te Chicago opgesteld, met de opdracht deze onderwerpen aan een voort te zetten bestudeering te onderwerpen en daaromtrent zoo spoedig mogelijk een rapport met aanbevelingen uit te brengen aan de Tijdelijke Vergadering.
XI
Publicatie van de documentatie
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Besluit:
dat de Regeering van de Vereenigde Staten van Amerika gemachtigd is het Slot-Protocol van deze Conferentie, de Rapporten van de Comités, de Verslagen van de Openbare Zittingen, de Teksten van Multilaterale Overeenkomsten, vastgesteld tijdens de Conferentie, te publiceeren, alsook voor publicatie beschikbaar te stellen zoodanige additioneele documenten betreffende de werkzaamheden van deze Conferentie, als naar haar oordeel van algemeen belang mogen worden geacht.
XII
De Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie
Besluit:
- 1.
aan den President van de Vereenigde Staten, Franklin D. Roosevelt, haar dank te betuigen voor zijn initiatief tot het bijeenroepen van deze Conferentie en voor de voorbereiding daarvan;
- 2.
aan zijn President, Adolf A. Berle Jr. haar diepe waardeering te betuigen voor de bewonderenswaardige wijze, waarop hij de Conferentie heeft geleid;
- 3.
aan de Ambtenaren en de Staf van het Secretariaat haar waardeering te betuigen voor hun onvermoeide diensten en ijverige pogingen, welke er toe hebben bijgedragen de doelstellingen van deze Conferentie te bereiken.
Ter oorkonde waarvan de volgende Afgevaardigden het onderhavige Slot-Protocol onderteekenen.
Gedaan te Chicago op den zevenden December 1944, in de Engelsche taal. Een tekst, opgesteld in de Engelsche, Fransche en Spaansche taal, welke gelijkelijk authentiek zijn, zal te Washington D.C. ter onderteekening openstaan. Beide teksten zullen worden nedergelegd in de archieven van de Regeering van de Vereenigde Staten van Amerika en gewaarmerkte afschriften zullen door die Regeering worden toegezonden aan elk van de Regeeringen ter Conferentie vertegenwoordigd.
Voetnoten
Een bijlage zal bevatten een omschrijving van de routes en van de rechten, welke — in voorkomend geval — toegekend worden, hetzij alleen ten aanzien van het overvliegen, hetzij ten aanzien van het doen van technische landingen, hetzij met betrekking tot het binnenvliegen voor handelsdoeleinden en van de voorwaarden, welke mogelijk aan het toekennen van die rechten zijn verbonden. Ingeval het recht tot het doen van technische landingen of commercieele rechten zijn toegekend, zal de Bijlage de namen bevatten van de luchthavens, waar geland kan worden of ten aanzien waarvan het commercieele recht om passagiers, vracht en post in en uit te laden, is toegekend, en een vermelding van de overeenkomstsluitende partijen, aan wie de onderscheidenlijke rechten worden toegekend.