Wet toezicht trustkantoren 2018
Artikel 7 Intrekken of wijzigen van een vergunning
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
07-11-2018, Stb. 2018, 443 (uitgifte: 29-11-2018, kamerstukken: 34910)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2018, Stb. 2018, 464 (uitgifte: 14-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank kan een door haar verleende vergunning wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken of beperken, dan wel daaraan nadere voorschriften verbinden, indien:
- a.
de vergunninghouder daartoe een aanvraag heeft ingediend;
- b.
is gebleken dat de vergunninghouder bij de aanvraag van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
- c.
de vergunninghouder omstandigheden of feiten heeft verzwegen op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop de vergunning werd verleend zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd;
- d.
de vergunninghouder niet voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels dan wel niet meer voldoet aan de aan de vergunning verbonden voorschriften of de gestelde beperkingen niet naleeft;
- e.
de vergunninghouder niet voldoet aan de verplichting tot betaling van een bedrag op grond van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;
- f.
de vergunninghouder geen gebruik van de vergunning heeft gemaakt binnen een termijn van zes maanden na vergunningverlening;
- g.
de vergunninghouder de vergunningplichtige activiteit heeft beëindigd, dan wel gedurende meer dan zes maanden het verlenen van trustdiensten, waarvoor hij een vergunning heeft, heeft gestaakt;
- h.
de vergunninghouder de onderneming ten behoeve waarvan de vergunning is verleend, geheel of gedeeltelijk overdraagt;
- i.
de vergunninghouder in staat van faillissement is komen te verkeren;
- j.
in geval de vergunninghouder niet voldoet aan de bij of krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme gestelde regels;
- k.
in geval de vergunninghouder niet voldoet aan de bij of krachtens de Sanctiewet 1977 gestelde regels; of
- l.
doorhaling of beëindiging heeft plaatsgevonden van de inschrijving van de vergunninghouder in het handelsregister bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Handelsregisterwet 2007.
2.
De vergunning vervalt van rechtswege indien de vergunninghouder opgehouden is te bestaan.
3.
De Nederlandsche Bank kan bij het besluit tot intrekking van een vergunning tevens bepalen dat het trustkantoor binnen een door de Nederlandsche Bank te stellen termijn het bedrijf geheel of gedeeltelijk afwikkelt. Bij een afwikkeling, al dan niet bepaald door de Nederlandsche Bank, wordt het trustkantoor of de curator in faillissement van het trustkantoor aangemerkt als vergunninghoudende onderneming.