Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
Artikel 41 Aanvraag in geval van mogelijke fraude, een vermissing of inname van een uitgereikt reisdocument
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2017
- Bronpublicatie:
26-09-2017, Stcrt. 2017, 54655 (uitgifte: 27-09-2017, regelingnummer: 2017-256021)
- Inwerkingtreding
01-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2017, Stcrt. 2017, 54655 (uitgifte: 27-09-2017, regelingnummer: 2017-256021)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Indien zijn eerder uitgereikt reisdocument mogelijk voorwerp is van fraude, is vermist of op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit is ingenomen, kan de aanvrager een aanvraag voor een reisdocument indienen, indien hij mogelijke fraude, vermissing, onderscheidenlijke inname, overeenkomstig artikel 72 meldt of heeft gemeld.
2.
In de aanvraag worden vermeld:
- a.
mogelijke fraude, de vermissing of inname op andere gronden dan ingevolge de wet,
- b.
het nummer van het desbetreffende reisdocument en de autoriteit die het heeft verstrekt, en
- c.
de datum waarop de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 72, tweede lid, is afgelegd, dan wel de schriftelijke of elektronische verklaring, bedoeld in artikel 72, derde lid, is overgelegd.
3.
Indien een gegeven als bedoeld in het tweede lid, onder b of c, niet voorhanden is, wordt hiernaar een gericht onderzoek ingesteld.