Einde inhoudsopgave
Wet op bijzondere medische verrichtingen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, Stb. 2014, 165 (uitgifte: 13-05-2014, kamerstukken: 33438)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2014, Stb. 2014, 279 (uitgifte: 18-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien gewichtige belangen daartoe aanleiding geven, kan Onze Minister bij ministeriële regeling bepalen:
- a.
dat het verboden is zonder zijn vergunning medische verrichtingen van een bij de regeling aangegeven aard uit te voeren;
- b.
dat het verboden is zonder zijn vergunning apparatuur van een bij de regeling aangegeven aard ten behoeve van het uitvoeren van medische verrichtingen aan te schaffen of te gebruiken.
2.
De vaststelling krachtens het eerste lid van een ministeriële regeling houdende beëindiging van een verbod als in dat lid bedoeld, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat een ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.