Einde inhoudsopgave
Wet op bijzondere medische verrichtingen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
05-07-2000, Stb. 2000, 359 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 27090)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2000, Stb. 2000, 359 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 27090)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Met betrekking tot medische verrichtingen waarvoor subsidie wordt verstrekt door Onze Minister in het kader van een project van ontwikkelingsgeneeskunde, kan Onze Minister, indien het belang van dat project of een belang als bedoeld in artikel 2 daartoe aanleiding geeft dan wel indien moet worden onderzocht of de verrichting, gezien de maatschappelijke, ethische of juridische aspecten, al dan niet gewenst is, bij ministeriële regeling bepalen dat het verboden is die medische verrichtingen uit te voeren elders dan in de bij dat project betrokken instelling.
2.
Een regeling als bedoeld in het eerste lid vervalt een jaar na het tijdstip waarop de subsidiëring van dat project wordt beëindigd.