Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/109/EG transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (Transparantierichtlijn)
Artikel 30 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2005
- Bronpublicatie:
15-12-2004, PbEU 2004, L 390 (uitgifte: 31-12-2004, regelingnummer: 2004/109/EG)
- Inwerkingtreding
20-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2004, PbEU 2004, L 390 (uitgifte: 31-12-2004, regelingnummer: 2004/109/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In afwijking van artikel 5, lid 3, kan de lidstaat van herkomst de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 bedoelde uitgevende instellingen voor het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2006 ontheffen van de verplichting financiële overzichten overeenkomstig die verordening openbaar te maken.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2, stelt een aandeelhouder de uitgevende instelling uiterlijk twee maanden na de in artikel 31, lid 1, bedoelde datum overeenkomstig de artikelen 9, 10 en 13, in kennis van het percentage van de stemrechten en het kapitaal dat hij op die datum in uitgevende instellingen bezit, tenzij hij vóór die datum reeds kennis heeft gegeven van gelijkwaardige informatie.
Onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 6, maakt een uitgevende instelling op haar beurt uiterlijk drie maanden na de in artikel 31, lid 1, bedoelde datum de in het kader van deze kennisgevingen ontvangen informatie openbaar.
3.
Wanneer een uitgevende instelling is gevestigd in een derde land, kan de lidstaat van herkomst deze instelling ontheffen van de verplichting om overeenkomstig artikel 4, lid 3, haar financiële overzichten en overeenkomstig artikel 4, lid 5, haar jaarverslagen op te stellen, doch alleen met betrekking tot de obligaties die vóór 1 januari 2005 tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, en op voorwaarde dat:
- a)
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst officieel verklaart dat de jaarlijkse financiële overzichten die zijn opgesteld door uitgevende instellingen van een dergelijk derde land, een getrouw beeld geven van de activa en passiva, de financiële positie en de resultaten;
- b)
het derde land waar de uitgevende instelling is gevestigd de toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet verplicht heeft gesteld; en
- c)
de Commissie geen besluit heeft genomen overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder ii), over de gelijkwaardigheid tussen de bovengenoemde standaarden voor jaarrekeningen, en
- —
de standaarden neergelegd in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het derde land waar de uitgevende instelling is gevestigd, of
- —
de standaarden voor jaarrekeningen van een derde land tot naleving waarvan een dergelijke uitgevende instelling zich heeft verbonden.
4.
De lidstaat van herkomst kan uitgevende instellingen gedurende tien jaar, gerekend vanaf 1 januari 2005, ontheffen van de verplichting om overeenkomstig artikel 5 halfjaarlijkse financiële verslagen openbaar te maken, doch uitsluitend met betrekking tot obligaties die vóór 1 januari 2005 zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de Gemeenschap, en op voorwaarde dat de lidstaat van herkomst op het moment van de toelating van deze obligaties besloten had zulke uitgevende instellingen in aanmerking te laten komen voor de ontheffing waarin artikel 27 van Richtlijn 2001/34/EG voorziet.