Einde inhoudsopgave
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
Artikel 4 [Duur, einde en wijziging maatregel beperking vrijheid van beweging]
Geldend
Geldend van 01-03-2017 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
10-02-2017, Stb. 2017, 51 (uitgifte: 22-02-2017, kamerstukken: 34359)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-2017, Stb. 2017, 65 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Een maatregel als bedoeld in de artikelen 2 en 3 wordt opgelegd voor een periode van ten hoogste zes maanden, maar niet langer dan strikt noodzakelijk is voor de bescherming van de nationale veiligheid. De maatregel kan worden verlengd met een telkens door Onze Minister vast te stellen periode van ten hoogste zes maanden.
2.
Indien dat aanvaardbaar is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid kan Onze Minister op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een of meer verplichtingen die voortvloeien uit een opgelegde maatregel. Onze Minister kan aan de ontheffing voorschriften verbinden.
3.
Onze Minister wijzigt een opgelegde maatregel ten gunste van de betrokkene of trekt hem in, indien nieuwe feiten of omstandigheden daartoe aanleiding geven. Onze Minister kan op grond van nieuwe feiten of omstandigheden een maatregel wijzigen ten nadele van de betrokkene.
4.
Een maatregel wordt in ieder geval ingetrokken zodra deze niet langer noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid.
5.
Indien de situatie dermate spoedeisend is dat Onze Minister de beslissing tot het opleggen, wijzigen of verlengen van een maatregel niet tevoren op schrift kan stellen, maakt Onze Minister de beslissing op een door hem te bepalen wijze aan de betrokkene bekend. In dat geval zorgt hij alsnog onverwijld voor de opschriftstelling en voor de bekendmaking aan belanghebbende overeenkomstig artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht.