Einde inhoudsopgave
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
Artikel 2 [Maatregel beperking vrijheid van beweging]
Geldend
Geldend van 01-03-2017 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
10-02-2017, Stb. 2017, 51 (uitgifte: 22-02-2017, kamerstukken: 34359)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-2017, Stb. 2017, 65 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Onze Minister kan, indien dat noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, aan een persoon die op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan, een maatregel opleggen, strekkende tot beperking van de vrijheid van beweging.
2.
Een maatregel kan bestaan uit:
- a.
een verplichting om zich op door Onze Minister vast te stellen tijdstippen te melden bij een door Onze Minister aangewezen politiechef of organisatie;
- b.
een verbod om zich te bevinden in of in de omgeving van een of meer bepaalde objecten dan wel in een bepaald gedeelte of bepaalde delen van Nederland, dat niet groter is of die niet groter zijn dan strikt noodzakelijk voor de bescherming van de nationale veiligheid;
- c.
een verbod om zich te bevinden in de nabijheid van een of meer bepaalde personen.