Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 507 Grote blootstellingen
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 27-06-2019.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De EBA monitort het gebruik van de vrijstellingen van artikel 390, lid 6, punt b), artikel 400, lid 1, punten f) tot en met m), en artikel 400, lid 2, punten a), c) tot en met g), i), j) en k), en dient uiterlijk op 28 juni 2021 een verslag in bij de Commissie waarin het kwantitatieve effect wordt beoordeeld dat de opheffing van die vrijstellingen of het begrenzen van het gebruik ervan zouden hebben. In dat verslag wordt met name voor elke vrijstelling van die artikelen het volgende beoordeeld:
- a)
het aantal grote blootstellingen die in elke lidstaat zijn vrijgesteld;
- b)
het aantal instellingen die in elke lidstaat gebruikmaken van de vrijstelling;
- c)
het totale bedrag van de blootstellingen die in elke lidstaat zijn vrijgesteld.
2.
Uiterlijk op 31 december 2023 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van de afwijkingen, bedoeld in artikel 390, lid 4, en artikel 401, lid 2, betreffende de methoden voor het berekenen van de blootstellingswaarde van effectenfinancieringstransacties, en met name over de noodzaak om rekening te houden met wijzigingen in de internationale normen waarbij de methoden voor die berekening worden bepaald.