Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 344 [Faillissement van ander. Benadelen schuldeisers]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 154 (uitgifte: 25-04-2016, kamerstukken: 33994)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2016, Stb. 2016, 205 (uitgifte: 03-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
1.
Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die in geval van een faillissement van een ander, of daaraan voorafgaand indien het faillissement is gevolgd, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:
- 1°
enig goed aan de boedel onttrekt of heeft onttrokken;
- 2°
zich wederrechtelijk bevoordeelt of laat bevoordelen, dan wel zich wederrechtelijk heeft bevoordeeld of heeft laten bevoordelen.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op een ander van toepassing is verklaard, of daaraan voorafgaand indien de toepassing wordt uitgesproken, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:
- 1°
enig goed aan de boedel onttrekt of heeft onttrokken;
- 2°
zich wederrechtelijk bevoordeelt of laat bevoordelen, dan wel zich wederrechtelijk heeft bevoordeeld of zich heeft laten bevoordelen.