Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 105 bis
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2022
- Bronpublicatie:
05-04-2022, PbEU 2022, L 107 (uitgifte: 06-04-2022, regelingnummer: 2022/542)
- Inwerkingtreding
06-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2022, PbEU 2022, L 107 (uitgifte: 06-04-2022, regelingnummer: 2022/542)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Plaats van levering en dienst
Europees belastingrecht (V)
1.
Lidstaten die, overeenkomstig het Unierecht, op 1 januari 2021 verlaagde tarieven die lager liggen dan het in artikel 98, lid 1, vastgelegde minimum toepasten of vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw verleenden op de leveringen van goederen of diensten die in andere punten dan punten 1) tot en met 6) en 10 quater) van bijlage III worden vermeld, mogen onverminderd lid 4 van dit artikel deze verlaagde tarieven blijven toepassen of deze vrijstellingen blijven verlenen overeenkomstig artikel 98, lid 2.
Lidstaten die, overeenkomstig het Unierecht, op 1 januari 2021 verlaagde tarieven die lager liggen dan het in artikel 98, lid 1, vastgelegde minimum toepasten op handelingen met betrekking tot huisvesting die niet kaderen in het sociaal beleid, mogen deze verlaagde tarieven overeenkomstig artikel 98, lid 2, blijven toepassen.
De lidstaten stellen het btw-comité uiterlijk op 7 juli 2022 in kennis van de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht en de voorwaarden voor de toepassing van de verlaagde tarieven en vrijstellingen met betrekking tot artikel 98, lid 2, tweede alinea, punt b).
Onverminderd lid 4 van dit artikel kunnen andere lidstaten overeenkomstig artikel 98, lid 2, eerste alinea, verlaagde tarieven onder het minimum van artikel 98, lid 1, of vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw toepassen op dezelfde goederenleveringen of diensten als die bedoeld in de eerste en tweede alinea van dit lid en onder dezelfde voorwaarden als die welke op 1 januari 2021 golden in de in de eerste en tweede alinea van dit lid bedoelde lidstaten.
2.
Lidstaten die, overeenkomstig het Unierecht, op 1 januari 2021 verlaagde tarieven van minder dan 12 %, met inbegrip van verlaagde tarieven die lager liggen dan het in artikel 98, lid 1, vastgelegde minimum, toepasten of die vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw verleenden op andere goederenle veringen of diensten dan die welke zijn vermeld in bijlage III, mogen overeenkomstig artikel 98, leden 1 en 2, en onverminderd lid 4 van dit artikel, deze verlaagde tarieven blijven toepassen of deze vrijstellingen blijven verlenen tot 1 januari 2032 of, als dat eerder is, tot de vaststelling van de in artikel 402 bedoelde definitieve regeling.
3.
Lidstaten die, overeenkomstig het Unierecht, op 1 januari 2021 verlaagde tarieven van niet minder dan 12 % toepasten op andere goederenleveringen of diensten dan die vermeld in bijlage III, mogen overeenkomstig artikel 98, lid 1, eerste alinea, en onverminderd lid 4 van dit artikel, deze tarieven blijven toepassen.
De lidstaten delen het btw-comité uiterlijk op 7 juli 2022 de tekst mee van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht en voorwaarden voor de toepassing van de verlaagde tarieven als bedoeld in de eerste alinea van dit lid.
Onverminderd lid 4 van dit artikel kunnen andere lidstaten overeenkomstig artikel 98, lid 1, eerste alinea, verlaagde tarieven van niet minder dan 12 % toepassen op dezelfde goederenleveringen of diensten als welke zijn vermeld in de eerste alinea van dit lid en onder dezelfde voorwaarden als die welke op 1 januari 2021 golden in de in de eerste alinea van dit lid bedoelde lidstaten.
4.
In afwijking van de leden 1, 2 en 3 worden de verlaagde tarieven of vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw voor fossiele brandstoffen, andere goederen met een vergelijkbaar effect op broeikasgasemissies, zoals turf, en hout dat als brandhout wordt gebruikt, uiterlijk op 1 januari 2030 niet meer toegepast. De verlaagde tarieven of vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw voor chemische bestrijdingsmiddelen en chemische meststoffen worden uiterlijk op 1 januari 2032 niet meer toegepast.
5.
De lidstaten die overeenkomstig lid 1, vierde alinea van dit artikel, overeenkomstig lid 3, derde alinea, van dit artikel of overeenkomstig artikel 105 ter verlaagde tarieven die niet lager zijn dan 12 %, verlaagde tarieven die lager liggen dan het in artikel 98, lid 1, vastgelegde minimum of vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw wensen toe te passen, stellen uiterlijk op 7 oktober 2023 de nadere bepalingen voor de uitoefening van deze keuzemogelijkheden vast. Zij delen het btw-comité de tekst van de belangrijkste bepalingen van de door hen vastgestelde nationale wetgeving mee.
6.
Uiterlijk op 1 juli 2025 dient de Commissie, op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens, bij de Raad een verslag in met een complete lijst van goederen en diensten als bedoeld in de leden 1 en 3 van dit artikel en in artikel 105 ter, waarop de verlaagde tarieven, met inbegrip van de verlaagde tarieven die lager liggen dan het in artikel 98, lid 1, vastgelegde minimum, of de vrijstellingen met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw in de lidstaten worden toegepast.