Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2007/14/EG tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2007
- Bronpublicatie:
08-03-2007, PbEU 2007, L 69 (uitgifte: 09-03-2007, regelingnummer: 2007/14/EG)
- Inwerkingtreding
29-03-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2007, PbEU 2007, L 69 (uitgifte: 09-03-2007, regelingnummer: 2007/14/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Richtlijn van de Commissie van 8 maart 2007 tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (1), en met name op artikel 2, lid 3, onder a), artikel 5, lid 6, eerste alinea, artikel 5, lid 6, onder c), artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, onder b) tot en met e), artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 21, lid 4, onder a), artikel 23, lid 4, onder ii), en artikel 23, lid 7,
Na raadpleging van het Comité van Europese effectenregelgevers (CEER) (2) voor technisch advies,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 2004/109/EG stelt de algemene beginselen vast voor de harmonisatie van de transparantievereisten met betrekking tot het houden van stemrechten of financiële instrumenten die het recht verlenen om bestaande aandelen met stemrechten te verwerven. De richtlijn beoogt ervoor te zorgen dat middels openbaarmaking van accurate, alomvattende en tijdige informatie over effectenuitgevende instellingen een duurzaam vertrouwen bij beleggers wordt gewekt. Evenzo beoogt zij middels bepalingen die voorschrijven dat uitgevende instellingen in kennis moeten worden gesteld van bewegingen op het vlak van belangrijke deelnemingen in hun kapitaal, ervoor te zorgen dat deze instellingen het publiek daarvan op de hoogte kunnen houden.
- (2)
De uitvoeringsvoorschriften van de bepalingen betreffende de transparantievereisten moeten ook zorgen voor een hoog niveau van beleggersbescherming, de marktefficiëntie ten goede komen en op eenvormige wijze toegepast kunnen worden.
- (3)
Wat de procedure betreft volgens welke beleggers in kennis moeten worden gesteld van de keuze van de uitgevende instelling voor een lidstaat van herkomst, is het aangewezen dat voor de bekendmaking van dergelijke keuzes dezelfde procedure wordt gevolgd als voor de bekendmaking van gereglementeerde informatie als bedoeld in Richtlijn 2004/109/EG.
- (4)
Wanneer de verkorte halfjaarlijkse financiële overzichten niet overeenkomstig internationale standaarden voor jaarrekeningen worden opgesteld, mogen zij in elk geval geen misleidend beeld geven van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de uitgevende instelling geven. De halfjaarlijkse verslagen moeten met een gestage stroom van informatie over de resultaten van de uitgevende instelling voldoende transparantie jegens beleggers garanderen en deze informatie moet zo worden gepresenteerd dat ze gemakkelijk met de informatie in het jaarverslag over het voorgaande jaar kan worden vergeleken.
- (5)
Instellingen die aandelen uitgeven en die een geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS) en internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) opstellen, moeten in jaarlijkse en halfjaarlijkse verslagen ingevolge Richtlijn 2004/109/EG dezelfde definitie van transacties met verbonden partijen hanteren. Instellingen die aandelen uitgeven en die geen geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig IAS en IFRS opstellen, moeten in hun halfjaarlijkse verslagen ingevolge Richtlijn 2004/109/EG de definitie van transacties met verbonden partijen hanteren die is opgenomen in Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (3).
- (6)
Om in het geval van aandelen die uitsluitend worden verworven voor de clearing en afwikkeling van transacties, voor de vrijstelling van kennisgeving van belangrijke deelnemingen ingevolge Richtlijn 2004/109/EG in aanmerking te komen, moet de maximale lengte van de ‘korte afwikkelingstermijn’ zo kort mogelijk blijven.
- (7)
Om de relevante bevoegde autoriteit in staat te stellen haar toezichthoudende taken te verrichten met betrekking tot de voor de kennisgeving van informatie over belangrijke deelnemingen geldende afwijking voor marktmakers, moet een marktmaker die voor zo'n afwijking in aanmerking wil komen, bekendmaken dat hij als marktmaker optreedt of wil optreden, en voor welke aandelen of financiële instrumenten.
- (8)
Het is van zeer groot belang dat marktmakingactiviteiten volledig transparant worden uitgevoerd. Derhalve moet de marktmaker in staat zijn om op verzoek van de relevante bevoegde autoriteit de activiteiten afzonderlijk op te geven die met betrekking tot de uitgevende instelling in kwestie, en met name de aandelen of financiële instrumenten die voor marktmakingdoeleinden worden aangehouden, worden uitgevoerd.
- (9)
Wat de lijst van handelsdagen betreft, moeten termijnen gemakshalve worden berekend aan de hand van de handelsdagen in de lidstaat van herkomst van de uitgevende instelling. Wel moet omwille van de transparantie ervoor worden gezorgd dat elke bevoegde autoriteit aan de beleggers en marktdeelnemers de lijst van handelsdagen bekendmaakt van de diverse gereglementeerde markten die op haar grondgebied gelegen of werkzaam zijn.
- (10)
Wat de omstandigheden betreft waarin kennisgeving van belangrijke deelnemingen vereist is, moet worden vastgesteld wanneer deze verplichting individueel dan wel collectief ontstaat en hoe deze verplichting in het geval van volmachten moet worden nagekomen.
- (11)
Er mag redelijkerwijs van worden uitgegaan dat natuurlijke personen of juridische entiteiten bij de verwerving of overdracht van belangrijke deelnemingen grote zorgvuldigheid betrachten. Bijgevolg zullen dergelijke personen of entiteiten zeer snel op de hoogte zijn van zulke verwervingen of overdrachten of van de mogelijkheid om stemrechten uit te oefenen, en daarom moet een zeer korte termijn volgend op de desbetreffende transactie worden vastgesteld als termijn waarna zij geacht worden kennis te hebben.
- (12)
Alleen moederondernemingen die kunnen aantonen dat hun beheermaatschappijen of beleggingsondernemingen aan afdoende voorwaarden van onafhankelijkheid voldoen, mogen worden vrijgesteld van de verplichting om belangrijke deelnemingen samen te voegen. Om volledige transparantie te waarborgen, moet de relevante bevoegde autoriteit vooraf met een verklaring daaromtrent daarvan in kennis worden gesteld. In dit opzicht is het van belang dat in de kennisgeving de bevoegde autoriteit wordt vermeld die overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd in Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (4) toezicht houdt op de activiteiten van de beheermaatschappijen ongeacht of hun op grond van die richtlijn vergunning is verleend, mits ze als dit niet het geval is bij nationale wetgeving aan toezicht zijn onderworpen.
- (13)
Voor de toepassing van Richtlijn 2004/109/EG moet in het kader van de kennisgeving van belangrijke deelnemingen rekening worden gehouden met financiële instrumenten, voor zover dergelijke instrumenten de houder ervan een onvoorwaardelijk recht verlenen om de onderliggende aandelen te verwerven dan wel zelf een keuze te maken tussen verwerving van de onderliggende aandelen of een uitkering in contanten op de vervaldatum. Daarom mogen financiële instrumenten niet worden geacht instrumenten te omvatten die de houder ervan het recht op aandelen verleent als de prijs van het onderliggende aandeel op een bepaald moment een bepaald niveau bereikt. Evenmin mogen zij worden geacht instrumenten te omvatten die de uitgevende instelling van het instrument of een derde partij het recht verlenen om de houder van het instrument op de vervaldatum aandelen of contanten te geven.
- (14)
De financiële instrumenten in deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) die niet in artikel 11, lid 1, van deze richtlijn van de Commissie worden genoemd, gelden niet als financiële instrumenten in de zin van artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2004/109/EG.
- (15)
Richtlijn 2004/109/EG stelt hoogwaardige eisen aan de verspreiding van gereglementeerde informatie. Voor de toepassing van die richtlijn is louter de beschikbaarheid van informatie, hetgeen impliceert dat beleggers actief daarnaar op zoek moeten gaan, niet toereikend. Daarom moeten uitgevende instellingen dergelijke informatie actief onder de media verspreiden met de bedoeling beleggers te bereiken.
- (16)
Minimumkwaliteitsnormen voor de verspreiding van gereglementeerde informatie zijn nodig om ervoor te zorgen dat beleggers ook al zijn ze in een andere lidstaat dan die van de uitgevende instelling gevestigd, toch gelijkelijk toegang tot gereglementeerde informatie hebben. Uitgevende instellingen moeten ervoor zorgen dat aan deze minimumnormen wordt voldaan, door de gereglementeerde informatie ofwel zelf te verspreiden, ofwel een derde daarmee te belasten. In het laatste geval moet de derde in staat zijn om de gereglementeerde informatie onder afdoende voorwaarden te verspreiden en over adequate mechanismen beschikken om te garanderen dat de ontvangen gereglementeerde informatie afkomstig is van de desbetreffende uitgevende instelling en dat er geen wezenlijk risico op gegevensvervalsing of ongeoorloofde toegang tot niet-gepubliceerde voorwetenschap bestaat. Wanneer de derde andere diensten aanbiedt of andere taken uitoefent, zoals die van media, bevoegde autoriteiten, effectenbeurzen of de entiteit die met het officieel aangewezen opslagmechanisme belast is, moeten dergelijke diensten of taken duidelijk gescheiden worden gehouden van de diensten en taken die verband houden met de verspreiding van gereglementeerde informatie. Bij de mededeling van informatie aan de media moeten uitgevende instellingen en derden bij voorkeur gebruikmaken van elektronische hulpmiddelen en van de gangbare standaardformaten zodat de informatie gemakkelijker en sneller kan worden verwerkt.
- (17)
Voorts moet gereglementeerde informatie in elk geval op zodanige wijze worden verspreid dat zij voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk is en zij het publiek in de lidstaat van de uitgevende instelling en daarbuiten zo mogelijk gelijktijdig bereikt. Een en ander doet geen afbreuk aan het recht van lidstaten om uitgevende instellingen te verzoeken gereglementeerde informatie deels of in haar geheel in kranten te publiceren, of aan de mogelijkheid van uitgevende instellingen om gereglementeerde informatie op hun eigen of op andere voor beleggers toegankelijke websites beschikbaar te stellen.
- (18)
Algemene bekendmakingsvoorschriften van derde landen moeten gelijkwaardig kunnen worden verklaard wanneer gebruikers op grond daarvan de beschikking krijgen over een begrijpelijke en min of meer gelijkwaardige analyse van de positie van een uitgevende instelling die hen in staat stelt soortgelijke beslissingen te nemen als die op grond van informatie waarover zij ingevolge Richtlijn 2004/109/EG de beschikking zouden krijgen, ook al zijn de verplichtingen niet identiek. Wel moet gelijkwaardigheid beperkt blijven tot de essentie van de relevante informatie en mogen geen uitzonderingen op de termijnen van Richtlijn 2004/109/EG worden aanvaard.
- (19)
Om te kunnen uitmaken of een uitgevende instelling uit een derde land al dan niet voldoet aan verplichtingen die gelijkwaardig zijn aan die van artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2004/109/EG, moet worden gezorgd voor samenhang met Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft (6), en met name met de rubrieken die op de in een prospectus op te nemen historische financiële informatie betrekking hebben.
- (20)
Wat de gelijkwaardigheid van onafhankelijkheidsvoorwaarden betreft, moet een moederonderneming van een beheermaatschappij of beleggingsonderneming die haar statutaire zetel in een derde land heeft, voor een vrijstelling ingevolge artikel 12, lid 4 of lid 5, van Richtlijn 2004/109/EG in aanmerking kunnen komen, ongeacht of krachtens de wet van het derde land voor de gecontroleerde beheermaatschappij of beleggingsonderneming een vergunning vereist is om beheeractiviteiten of portefeuillebeheeractiviteiten uit te voeren, mits aan bepaalde onafhankelijkheidsvoorwaarden is voldaan.
- (21)
De in deze richtlijn vervatte maatregelen stroken met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.
Het CEER is ingesteld bij Besluit 2001/527/EG van de Commissie van 6 juni 2001 (PB L 191 van 13.7.2001, blz. 43).
PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1).
PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9).
PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/31/EG (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 60).
PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd in PB L 215 van 16.6.2004, blz. 3. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1787/2006 (PB L 337 van 5.12.2006, blz. 17).