Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.149 [Jaarlijkse vaststelling budget]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 1, aanhef, onderdeel a, b en f is voor het eerst van toepassing op de organisatie van de landelijke publieke mediadienst, de erkenningverlening, de vaststelling van uren programma-aanbod en de bekostiging voor de erkenningperiode die loopt van 01-01-2016 t/m 31-12-2020.
- Bronpublicatie:
06-11-2013, Stb. 2013, 454 (uitgifte: 15-11-2013, kamerstukken: 33541)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2013, Stb. 2013, 472 (uitgifte: 29-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Onze Minister stelt jaarlijks vóór 1 december met inachtneming van artikel 2.148a de budgetten van de landelijke publieke mediadienst voor het komende jaar vast voor:
- a.
de verzorging van het media-aanbod van de omroeporganisaties die een erkenning als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, hebben verkregen, gezamenlijk;
- b.
de verzorging van het media-aanbod van de omroepverenigingen die een voorlopige erkenning als bedoeld in artikel 2.23, tweede lid, hebben verkregen, gezamenlijk;
- c.
de verzorging van het media-aanbod van de NOS;
- d.
de verzorging van het media-aanbod van de NTR;
- e.
de uitvoering van de taken en werkzaamheden van de NPO; en
- f.
de versterking van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst.
2.
Onze Minister stelt de budgetten vast op tachtig procent van de overeenkomstige budgetten van het voorgaande jaar als de NPO de begroting niet volgens de daarvoor geldende regels heeft ingediend.