Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 3.11.1
Geldend
Geldend vanaf 19-12-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2020
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stcrt. 2020, 64272 (uitgifte: 18-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/239107)
- Inwerkingtreding
19-12-2020, terugwerkend tot: 01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2020, Stcrt. 2020, 64272 (uitgifte: 18-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/239107)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een fabrikant die een voertuig als bedoeld in artikel 39 van verordening (EU) 167/2013, artikel 44 van verordening (EU) 168/2013 of artikel 49 van verordening (EU) 2018/858 toch nog op de markt wil aanbieden of in de handel wil brengen, kan, zo spoedig mogelijk nadat de goedkeuring ongeldig is geworden, daarvoor een verzoek indienen bij de Dienst Wegverkeer.
2.
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van:
- a.
het voertuigidentificatienummer;
- b.
het desbetreffende typegoedkeuringsnummer en, indien van toepassing, de variant en uitvoering ervan;
- c.
de plaats of plaatsen waar de voertuigen in voorraad worden gehouden;
- d.
het technisch voorschrift of de technische voorschriften waaraan de voertuigen niet voldoen, en
- e.
de technische of economische redenen waarom de voertuigen niet aan de nieuwe technische voorschriften kunnen voldoen.
3.
In verband met de behandeling van de aanvraag bepaalt de Dienst Wegverkeer:
- a.
dat de fabrikant de Dienst Wegverkeer in de gelegenheid stelt op een door deze dienst te bepalen wijze een controle uit te voeren, of
- b.
dat de fabrikant een in de Nederlandse taal gestelde verklaring omtrent de juistheid van de opgave, van een accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep, dan wel van een daaraan gelijk te stellen buitenlandse accountant, overlegt.