Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 101 bis
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2022
- Bronpublicatie:
05-04-2022, PbEU 2022, L 107 (uitgifte: 06-04-2022, regelingnummer: 2022/542)
- Inwerkingtreding
06-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2022, PbEU 2022, L 107 (uitgifte: 06-04-2022, regelingnummer: 2022/542)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Plaats van levering en dienst
Europees belastingrecht (V)
1.
Indien de Commissie een lidstaat overeenkomstig artikel 53, eerste alinea, van Richtlijn 2009/132/EG van de Raad (1) toestemming heeft verleend om een vrijstelling toe te passen op voor slachtoffers van rampen ingevoerde goederen, kan die lidstaat onder dezelfde voorwaarden een vrijstelling met recht op aftrek van de in het voorgaande stadium betaalde btw toekennen voor de intracommunautaire verwerving en levering van die goederen en voor de diensten in verband met die goederen, met inbegrip van verhuurdiensten.
2.
Een lidstaat die de in lid 1 bedoelde maatregel wil toepassen, stelt het btw-comité daarvan in kennis.
3.
Ingeval goederen of diensten die verworven zijn door organisaties waaraan de in lid 1 bedoelde vrijstelling is verleend, gebruikt worden voor andere dan de in titel VIII, hoofdstuk 4, van Richtlijn 2009/132/EG genoemde doeleinden, wordt het gebruik van die goederen of diensten onderworpen aan btw onder de voorwaarden die gelden op het tijdstip waarop de voorwaarden voor de vrijstelling niet langer vervuld zijn.
Voetnoten
Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, punten b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (PB L 292 van 10.11.2009, blz. 5).