Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I)
Artikel 30 Landen en inspectie van medische luchtvaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-1978
- Bronpublicatie:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Medische luchtvaartuigen die vliegen boven gebieden die daadwerkelijk worden beheerst door een tegenpartij, of boven gebieden die niet duidelijk daadwerkelijk door een bepaalde partij worden beheerst, kunnen het bevel ontvangen te landen naar gelang van de omstandigheden, op het land of op het water, ten einde inspectie overeenkomstig de navolgende leden mogelijk te maken. De medische luchtvaartuigen moeten ieder zodanig bevel opvolgen.
2.
Indien een dergelijk luchtvaartuig landt op het land of op het water, hetzij op bevel of om andere redenen, mag het uitsluitend aan inspectie worden onderworpen ter vaststelling van de zaken, vermeld in het derde en het vierde lid. Iedere zodanige inspectie moet onverwijld worden aangevangen en met voortvarendheid worden uitgevoerd. De inspecterende partij mag niet verlangen, dat de gewonden en zieken uit het vliegtuig worden verwijderd, tenzij verwijdering noodzakelijk is voor de inspectie. Die partij moet er in ieder geval voor zorgdragen, dat de toestand van de gewonden en zieken niet nadelig door de inspectie of de verwijdering wordt beïnvloed.
3.
Indien de inspectie aantoont dat het luchtvaartuig:
- (a)
een medisch luchtvaartuig is in de zin van artikel 8, letter j,
- (b)
geen inbreuk maakt op de voorwaarden, omschreven in artikel 28, en,
- (c)
indien voorafgaande overeenstemming is vereist, niet heeft gevlogen zonder, of in strijd met deze overeenstemming,
moet aan het luchtvaartuig en aan de inzittenden die behoren tot de tegenpartij of tot een neutrale Staat of een andere Staat die geen partij is bij het conflict, worden toegestaan de vlucht zonder oponthoud voort te zetten.
4.
Indien de inspectie aantoont dat het luchtvaartuig:
- (a)
geen medisch luchtvaartuig is in de zin van artikel 8, letter j,
- (b)
inbreuk maakt op de voorwaarden, omschreven in artikel 28, of,
- (c)
indien voorafgaande overeenstemming is vereist, heeft gevlogen zonder, of in strijd met deze overeenstemming,
kan het luchtvaartuig worden opgebracht. De inzittenden dienen te worden behandeld overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Verdragen en dit Protocol. Ieder opgebracht luchtvaartuig dat was aangewezen als permanent medisch luchtvaartuig mag daarna uitsluitend als medisch luchtvaartuig worden gebruikt.