Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 19-05-2012
- Bronpublicatie:
04-05-2012, Stb. 2012, 211 (uitgifte: 15-05-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2012, Stb. 2012, 211 (uitgifte: 15-05-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
In dit reglement wordt verstaan onder:
- a.
schip:
een drijvend voorwerp, met inbegrip van een voorwerp zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of in staat om te worden gebruikt als een middel van verplaatsing te water;
- b.
zeeschip:
een schip dat gewoonlijk de zee bevaart of hiertoe bestemd is;
- c.
binnenschip:
een schip dat gewoonlijk de binnenwateren bevaart of hiertoe bestemd is;
- d.
bovenmaats zeeschip:
een zeeschip dat wegens zijn afmetingen met inbegrip van zijn diepgang in verband met de toestand van het vaarwater als dusdanig door de terzake bevoegde autoriteit wordt aangegeven overeenkomstig de door haar vastgestelde en aan varenden bekend gemaakte normen;
- e.
sleepboot:
een werktuiglijk voortbewogen schip dat sleepdienst verricht of assistentie verleent en hiertoe bestemd is;
- f.
zeilschip:
een schip dat onder zeil is, mits de voortstuwingswerktuigen, indien aangebracht, niet worden gebruikt;
- g.
klein schip:
een schip met een lengte van minder dan 20 meter, behalve een sleepboot, een duwboot en een veerpont;
- h.
samenstel:
een sleep, een duwstel of een gekoppeld samenstel;
- i.
veerpont:
een schip dat een veerdienst onderhoudt, waarbij het vaarwater wordt overgestoken en dat door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangeduid;
- j.
obstakel:
een wrak, wrakstuk, tuig of voorwerp dat op de bodem van het vaarwater ligt of staat;
- k.
bijzonder transport:
een drijvend voorwerp dat in zodanige staat verkeert dat ernstige kans bestaat dat het bij de vaart de veiligheid van de scheepvaart in gevaar brengt, schade aan de werken veroorzaakt dan wel zinkt of lading verliest;
- l.
werktuiglijk voortbewogen schip:
een schip, dat door eigen voortstuwingswerktuigen wordt voortbewogen;
- m.
onmanoeuvreerbaar schip:
een schip dat wegens een buitengewone omstandigheid niet in staat is te manoeuvreren zoals vereist volgens dit reglement en dat daardoor niet in staat is voor een ander schip uit te wijken;
- n.
beperkt manoeuvreerbaar schip:
een schip dat door de aard van zijn werk beperkt is in zijn mogelijkheid om te manoeuvreren zoals vereist volgens dit reglement en daardoor niet in staat is voor een ander schip tijdig uit te wijken.
Als beperkt manoeuvreerbaar schip wordt onder meer beschouwd:
- 1°
een schip bezig met het leggen, onderhouden of het lichten van een navigatiemerk, een kabel of een pijpleiding;
- 2°
een schip bezig met bagger- of onderwaterwerkzaamheden of met hydrografische verrichtingen;
- o.
duwstel:
een hecht samenstel van schepen waarvan er tenminste één is geplaatst vóór de duwboot;
- p.
duwboot:
een werktuiglijk voortbewogen schip dat deel uitmaakt van een duwstel, en gebouwd of ingericht is om dit door duwen voort te bewegen;
- q.
exploitant: de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over het gebruik van een schip;
- r.
waterscooter: klein schip dat, bij gebruikmaking van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, sneller dan 20 km per uur ten opzichte van het water kan varen en gebouwd of ingericht is om door een of meer personen skiënd door of over het water te worden voortbewogen;
- s.
zeilplank: klein zeilschip voorzien van een vrij bewegende zeiltuigage die is gemonteerd op een in alle richtingen draaibare mastvoet en die tijdens het zeilen niet in een vaste positie wordt ondersteund.
2.
In dit reglement wordt verstaan onder:
- a.
bevoegde autoriteit:
- 1°
voor de wateren in beheer bij het Rijk: de ambtenaar of ambtenaren die als zodanig worden aangewezen door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
- 2°
voor de wateren in beheer bij een ander openbaar lichaam: het bestuur van dat openbaar lichaam, dan wel de ambtenaar of ambtenaren die als zodanig door het bestuur worden aangewezen;
- b.
kapitein of schipper:
degene die over het schip of het samenstel het gezag voert of die het gezag in feite waarneemt;
- c.
verkeersaanwijzing: een door een daartoe bevoegd persoon aan een of meerdere verkeersdeelnemers gegeven gebod om een bepaald resultaat in het verkeersgedrag te bewerkstelligen of opgelegd verbod van een bepaald resultaat in het verkeersgedrag;
- d.
verkeersteken:
een in, naast of boven een vaarwater aangebracht voorwerp of aangebrachte combinatie van voorwerpen waarmee aan het scheepvaartverkeer wordt gegeven:
- 1°
een inlichting over de toestand van een bepaalde plaats in of een bepaald gedeelte van een vaarwater, of
- 2°
een inlichting, aanbeveling, gebod of verbod onderscheidenlijk opheffing van een gebod of verbod voor het verkeersgedrag op een bepaalde plaats in of een bepaald gedeelte van een vaarwater.
- e.
bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken: een schriftelijke mededeling aan het scheepvaartverkeer waarmee aan dat verkeer wordt gegeven:
- 1°
een inlichting over de toestand van een bepaalde plaats in of een bepaald gedeelte van het vaarwater, of
- 2°
een inlichting, aanbeveling, gebod of verbod onderscheidenlijk opheffing van een gebod of verbod voor het verkeersgedrag op een bepaalde plaats in of een bepaald gedeelte van het vaarwater;
- f.
vaarwater:
het gedeelte van de bij artikel 1 bedoelde wateren dat door schepen kan worden bevaren;
- g.
varende:
niet ten anker liggende, niet gemeerd zijnde en niet aan de grond zittend;
- h.
assisteren:
het bijstaan van een werktuiglijk voortbewogen schip door één of meer sleepboten die verbonden zijn aan of in aanraking zijn met het werktuiglijk voortbewogen schip;
- i.
hoogte:
- 1°
voor alle schepen, uitgezonderd binnenschepen voorzien van een meetbrief: de hoogte boven de romp of de hoogte boven het hoogste doorlopende dek of, bij gebrek hieraan, boven het potdeksel;
- 2°
voor binnenschepen voorzien van een meetbrief: de hoogte boven het vlak gaande door de ijkmerken die het vlak van de grootste diepgang aangeven;
- j.
lengte en breedte van een schip:
de lengte over alles en de grootste breedte buitenwerks;
- k.
schepen in zicht van elkaar:
vanaf het ene schip kan het andere met het oog worden waargenomen;
- l.
beperkt zicht:
elke omstandigheid waarin het zicht wordt beperkt door mist, nevelig weer, sneeuwval, zware regenbuien, rook, damp of andere soortgelijke oorzaken;
- l.
keren:
het schip dat varende is verandert zodanig van vaarrichting dat het komt te varen in een richting tegengesteld aan die waarin het voer;