Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 27 Samenstelling van de Grote kamer
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De Grote kamer is voor elke zaak samengesteld uit de president en de vicepresident van het Hof, drie presidenten van een kamer van vijf rechters, de rechter-rapporteur en het aantal rechters dat nodig is om uit te komen op vijftien rechters. Deze laatste rechters en de drie presidenten van een kamer van vijf rechters worden aangewezen op basis van de volgorde op de in de leden 3 en 4 van dit artikel bedoelde lijsten. Elk van deze lijsten begint voor elke zaak die naar de Grote kamer wordt verwezen, met de naam van de rechter die onmiddellijk volgt op de laatste rechter die op basis van de betrokken lijst is aangewezen voor de zaak die daarvóór naar deze rechtsprekende formatie is verwezen.
2.
Na de verkiezing van de president en de vicepresident van het Hof, en vervolgens de presidenten van de kamers van vijf rechters, wordt een lijst van de presidenten van de kamers van vijf rechters en een lijst van de overige rechters opgesteld ten behoeve van de bepaling van de samenstelling van de Grote kamer.
3.
De lijst van de presidenten van de kamers van vijf rechters wordt opgesteld volgens de bij artikel 7 van dit Reglement bepaalde rangorde.
4.
De lijst van de overige rechters volgt afwisselend de bij artikel 7 van dit Reglement bepaalde rangorde en de omgekeerde rangorde: de eerste rechter op deze lijst is de eerste volgens de in laatstgenoemd artikel vastgestelde rangorde, de tweede rechter op de lijst is de laatste volgens deze rangorde, de derde rechter de tweede volgens deze rangorde, de vierde rechter de op één na laatste volgens deze rangorde, enzovoort.
5.
De in de leden 3 en 4 bedoelde lijsten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
6.
In de zaken die vanaf het begin van een kalenderjaar waarin de rechters gedeeltelijk worden vervangen naar de Grote kamer worden verwezen, kunnen tot op het moment van die vervanging twee plaatsvervangende rechters worden aangewezen om de rechtsprekende formatie aan te vullen zolang er nog onzekerheid bestaat of het quorum bedoeld in artikel 17, derde alinea, van het Statuut wordt bereikt. Als plaatsvervangende rechter fungeren de twee rechters die onmiddellijk na de laatste rechter die voor de samenstelling van de Grote kamer in de zaak is aangewezen, op de in lid 4 bedoelde lijst voorkomen.
7.
De plaatsvervangende rechters vervangen, in de volgorde op de in lid 4 bedoelde lijst, de rechters die eventueel niet aan de behandeling van de zaak kunnen deelnemen.