Einde inhoudsopgave
Besluit inburgering 2021
Artikel 2.2 Tijdelijke verblijfsdoelen
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2024
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is lid 1, onderdeel e i.p.v. lid 1, onderdeel d gewijzigd.
- Bronpublicatie:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
1.
Het doel van het verblijf in Nederland van de houder van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 is tijdelijk in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, indien die verblijfsvergunning is verleend onder een beperking verband houdend met:
- a.
verblijf als familie- of gezinslid bij een persoon die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft;
- b.
arbeid als zelfstandige;
- c.
arbeid als kennismigrant;
- d.
verblijf als houder van de Europese blauwe kaart in de zin van Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PbEU 2021, L 382/1);
- e.
seizoenarbeid;
- f.
overplaatsing binnen een onderneming;
- g.
arbeid in loondienst;
- h.
grensoverschrijdende dienstverlening;
- i.
onderzoek in de zin van Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (PbEU 2016, L 132);
- j.
lerend werken;
- k.
arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel;
- l.
studie;
- m.
het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;
- n.
uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;
- o.
medische behandeling;
- p.
tijdelijke humanitaire gronden;
- q.
het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
2.
Het doel van het verblijf van een houder van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000, verleend onder een andere beperking dan bedoeld in het eerste lid, is tijdelijk in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, indien zulks met toepassing van artikel 3.5, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 is bepaald.
3.
Het doel van het verblijf van de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 8, onderdeel c, van de Vreemdelingenwet 2000 is niet tijdelijk in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet.