Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966
Bijlage II Vaarzones, vaargebieden en seizoenen
Geldend
Geldend vanaf 28-02-2018
- Bronpublicatie:
04-12-2013, Trb. 2015, 21 (uitgifte: 05-02-2015, regelingnummer: A.1082(28))
- Inwerkingtreding
28-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2019, Trb. 2019, 145 (uitgifte: 23-09-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
De in deze Bijlage omschreven vaarzones en vaargebieden zijn in het algemeen gebaseerd op de volgende maatstaven:
Zomer | - | maximaal 10 percent wind van windkracht 8, volgens de schaal van Beaufort (34 knopen) of meer. |
Tropisch | - | maximaal 1 percent wind van windkracht 8, volgens de schaal van Beaufort (34 knopen) of meer. In elke afzonderlijke kalendermaand niet meer dan één zware tropische storm in 10 jaar in een gebied van 5° in het vierkant. |
Om redenen van praktische aard werd voor enkele speciale gebieden enige verzachting van deze maatstaven aanvaardbaar geacht.
Aan deze Bijlage is een kaart gehecht, die de hieronder omschreven vaarzones en vaargebieden aangeeft.
Voorschrift 46. Noordelijke periodieke wintervaarzones en noordelijk periodiek wintervaargebied
1
Periodieke wintervaarzones I en II in de Noordatlantische Oceaan
- a.
De periodieke wintervaarzone I in de Noordatlantische Oceaan ligt binnen de volgende grenzen:
de meridiaan van 50° Westerlengte, van de kust van Groenland tot 45° Noorderbreedte, van daar de parallel van 45° Noorderbreedte tot 15° Westerlengte, van daar de meridiaan van 15° Westerlengte tot 60° Noorderbreedte, van daar de parallel van 60° Noorderbreedte tot de meridiaan van Greenwich, van daar deze meridiaan naar het Noorden.
Seizoenen:
Winter:
16 oktober tot en met 15 april
Zomer:
16 april tot en met 15 oktober
- b.
De periodieke wintervaarzone II in de Noordatlantische Oceaan ligt binnen de volgende grenzen:
de meridiaan van 68° 30′ Westerlengte van de kust van de Verenigde Staten tot 40° Noorderbreedte, van daar de loxodroom naar een punt op 36° Noorderbreedte en 73° Westerlengte, van daar de parallel van 36° Noorderbreedte tot 25° Westerlengte en van daar de loxodroom naar Kaap Toriñana.
Van deze zone zijn uitgezonderd de periodieke wintervaarzone I in de Noordatlantische Oceaan, het periodieke wintervaargebied in de Noordatlantische Oceaan en de Oostzee, begrensd door de parallel van Kaap Skagen in het Skagerrak. De Shetlandeilanden worden beschouwd te liggen op de grens van de periodieke wintervaarzones I en II in de Noordatlantische Oceaan.
Seizoenen:
Winter:
1 november tot en met 31 maart
Zomer:
1 april tot en met 31 oktober.
2
Periodiek wintervaargebied in de Noordatlantische Oceaan
De grens van het periodiek wintervaargebied in de Noordatlantische Oceaan wordt gevormd door de meridiaan van 68° 30′ Westerlengte van de kust van de Verenigde Staten tot 40° Noorderbreedte, van daar door de loxodroom naar het meest zuidelijke snijpunt van de meridiaan van 61° Westerlengte met de kust van Canada en van daar door de oostkust van Canada en van de Verenigde Staten.
Seizoenen:
Voor schepen van meer dan 100 meter (328 voet) lengte:
Winter: | 16 december tot en met 15 februari |
Zomer: | 16 februari tot en met 15 december |
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner:
Winter: | 1 november tot en met 31 maart |
Zomer: | 1 april tot en met 31 oktober |
3
Periodieke wintervaarzone in de noordelijke Stille Oceaan
De zuidelijke grens van de periodieke wintervaarzone in de noordelijke Stille Oceaan wordt gevormd door de parallel van 50° Noorderbreedte van de oostkust van de USSR tot de westkust van Sachalin, van daar door de westkust van Sachalin tot het zuidelijke uiteinde van Kurilion, van daar door de loxodroom naar Wakkaina, Hokkaido, Japan, van daar door de oostkust en de zuidkust van Hokkaido tot 145° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 145° Oosterlengte tot 35° Noorderbreedte, van daar door de parallel van 35° Noorderbreedte tot 150° Westerlengte en van daar door de loxodroom naar het zuidelijke uiteinde van Dall Island, Alaska.
Seizoenen:
Winter: | 16 oktober tot en met 15 april |
Zomer: | 16 april tot en met 15 oktober |
Voorschrift 47. Zuidelijke periodieke wintervaarzone
De noordgrens van de zuidelijke periodieke wintervaarzone wordt gevormd door:
de loxodroom van de oostkust van het Amerikaanse continent bij Kaap Tres Puntas naar een punt op 34° Zuiderbreedte en 50° Westerlengte, van daar door de parallel van 34° Zuiderbreedte tot 16° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 36° Zuiderbreedte en 20° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 34° Zuiderbreedte en 30° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 35° 30’ Zuiderbreedte en 118° Oosterlengte, en van daar door de loxodroom naar Kaap Grim aan de noordwestkust van Tasmanië; van daar door de noordkust en de oostkust van Tasmanië tot het zuidelijkste punt van Bruny Island, van daar door de loxodroom naar Black Rock Point op Stewart Island, van daar door de loxodroom naar een punt op 47° Zuiderbreedte en 170° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 33° Zuiderbreedte en 170° Westerlengte en van daar door de parallel van 33° Zuiderbreedte tot de westkust van het Amerikaanse continent.
Seizoenen:
WINTER: | 16 april tot en met 15 oktober |
ZOMER: | 16 oktober tot en met 15 april |
Voorschrift 48. Tropische vaarzone
1
De noordelijke grens van de tropische vaarzone
De noordelijke grens van de tropische vaarzone wordt gevormd door de parallel van 13° Noorderbreedte van de oostkust van het Amerikaanse continent tot 60° Westerlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 10° Noorderbreedte en 58° Westerlengte, van daar door de parallel van 10° Noorderbreedte tot 20° Westerlengte, van daar door de meridiaan van 20° Westerlengte tot 30° Noorderbreedte en van daar door de parallel van 30° Noorderbreedte tot de westkust van Afrika; van de oostkust van Afrika door de parallel van 8° Noorderbreedte tot 70° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 70° Oosterlengte tot 13° Noorderbreedte, van daar door de parallel van 13° Noorderbreedte tot de westkust van India; van daar door de zuidkust van India tot 10° 30′ Noorderbreedte aan de oostkust van India, van daar door de loxodroom naar een punt op 9° Noorderbreedte en 82° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 82° Oosterlengte tot 8° Noorderbreedte, van daar door de parallel van 8° Noorderbreedte tot de westkust van Maleisië, van daar door de kust van Zuidoost-Azië tot de oostkust van Vietnam op 10° Noorderbreedte, van daar door de parallel van 10° Noorderbreedte tot 145° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 145° Oosterlengte tot 13° Noorderbreedte en van daar door de parallel van 13° Noorderbreedte tot de westkust van het Amerikaanse continent.
Saigon wordt beschouwd als te liggen op de grenslijn van de tropische vaarzone en het periodiek tropisch vaargebied.
2
Zuidelijke grens van de tropische vaarzone
De zuidelijke grens van de tropische vaarzone wordt gevormd door de loxodroom van de haven van Santos, Brazilië, naar het punt waar de meridiaan van 40° Westerlengte de Steenbokskeerkring snijdt; van daar door de Steenbokskeerkring tot de westkust van Afrika; van de oostkust van Afrika door de parallel van 20° Zuiderbreedte tot de westkust van Madagascar, van daar door de westkust en noordkust van Madagascar tot 50° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 50° Oosterlengte tot 10° Zuiderbreedte, van daar door de parallel van 10° Zuiderbreedte tot 98° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar Port Darwin, Australië, van daar door de kust van Australië en van Wessel Island oostwaarts tot Kaap Wessel, van daar door de parallel van 11° Zuiderbreedte tot de westzijde van Kaap York; van de oostzijde van Kaap York door de parallel van 11° Zuiderbreedte tot 150° Westerlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 26° Zuiderbreedte en 75° Westerlengte en van daar door de loxodroom tot een punt op 32° 47' Zuiderbreedte, 72° Westerlengte en vandaar naarde parallel van 32°47' Zuiderbreedte tot de westkust van Zuid-Amerika.
Valparaiso en Santos worden beschouwd als te liggen op de grenslijn van de tropische vaarzone en de zomervaarzone.
3
Gebieden behorende tot de tropische vaarzone
De volgende gebieden worden beschouwd als te behoren tot de tropische vaarzone:
- a.
Het Suezkanaal, de Rode Zee en de Golf van Aden, van Port Said tot de meridiaan van 45° Oosterlengte.
Aden en Berbera worden beschouwd als te liggen op de grenslijn van de tropische vaarzone en het periodiek tropische vaargebied.
- b.
De Perzische Golf tot de meridiaan van 59° Oosterlengte.
- c.
Het gebied begrensd door de parallel van 22° Zuiderbreedte van de oostkust van Australië tot het Great Barrier Reef, van daar door het Great Barrier Reef tot 11° Zuiderbreedte. De noordelijke grens van dit gebied wordt gevormd door de zuidelijke grens van de tropische vaarzone.
Voorschrift 49. Periodieke tropische vaargebieden
De volgende gebieden vormen periodieke tropische vaargebieden:
- 1.
In de Noordatlantische Oceaan
Een gebied begrensd
in het noorden door een loxodroom van Kaap Catoche, Yucatan, naar Kaap San Antonio, Cuba, de noordkust van Cuba tot 20° Noorderbreedte en van daar door de parallel van 20° Noorderbreedte tot 20° Westerlengte;
in het westen door de kust van het Amerikaanse continent;
in het zuiden en oosten door de noordgrens van de tropische vaarzone.
Seizoenen:
Tropisch:
1 november tot en met 15 juli
Zomer:
16 juli tot en met 31 oktober
- 2.
In de Arabische Zee
Een gebied begrensd
in het westen door de kust van Afrika, de meridiaan van 45° Oosterlengte in de Golf van Aden, de kust van Zuid-Arabië en de meridiaan van 59° Oosterlengte in de Golf van Oman;
in het noorden en oosten door de kust van Pakistan en van India;
in het zuiden door de noordelijke grens van de tropische vaarzone.
Seizoenen:
Tropisch:
1 september tot en met 31 mei
Zomer:
1 juni tot en met 31 augustus
- 3.
In de Golf van Bengalen
De Golf van Bengalen ten noorden van de noordelijke grens van de tropische vaarzone.
Seizoenen:
Tropisch:
1 december tot en met 30 april
Zomer:
1 mei tot en met 30 november
- 4.
In de zuidelijke Indische Oceaan
- a.
Een gebied begrensd
in het noorden en westen door de zuidelijke grens van de tropische vaarzone en de oostkust van Madagascar;
in het zuiden door de parallel van 20° Zuiderbreedte;
in het oosten door de loxodroom van een punt op 20° Zuiderbreedte en 50° Oosterlengte naar een punt op 15° Zuiderbreedte en 51° 30′ Oosterlengte en van daar door de meridiaan van 51° 30′ Oosterlengte tot 10° Zuiderbreedte
Seizoenen:
Tropisch:
1 april tot en met 30 november
Zomer:
1 december tot en met 31 maart
- b.
Een gebied begrensd
in het noorden door de zuidelijke grens van de tropische vaarzone;
in het oosten door de kust van Australië;
in het zuiden door de parallel van 15° Zuiderbreedte, van 51° 30′ Oosterlengte tot 114° Oosterlengte en van daar door de meridiaan van 114° Oosterlengte tot de kust van Australië;
in het westen door de meridiaan van 51° 30′ Oosterlengte.
Seizoenen:
Tropisch:
1 mei tot en met 30 november
Zomer:
1 december tot en met 30 april
- 5.
In de Chinese Zee
Een gebied begrensd
in het westen en noorden door de kust van Vietnam en van China van 10° Noorderbreedte tot Hong Kong;
in het oosten door de loxodroom van Hong Kong naar de haven van Soeal (op het eiland Luzon) en door de westkust van de eilanden Luzon, Samar en Leyte tot 10° Noorderbreedte.
Hong Kong en Soeal worden beschouwd als te liggen op de grens van het periodiek tropisch vaargebied en de zomervaarzone.
Seizoenen:
Tropisch:
21 januari tot en met 30 april
Zomer:
1 mei tot en met 20 januari
- 6.
In de noordelijke Stille Oceaan
- a.
Een gebied begrensd
in het noorden door de parallel van 25° Noorderbreedte;
in het westen door de meridiaan van 160° Oosterlengte;
in het zuiden door de parallel van 13° Noorderbreedte;
in het oosten door de meridiaan van 130° Westerlengte.
Seizoenen:
Tropisch:
1 april tot en met 31 oktober
Zomer:
1 november tot en met 31 maart
- b.
Een gebied begrensd
in het noorden en oosten door de westkust van het Amerikaanse continent;
in het westen door de meridiaan van 123° Westerlengte van de kust van het Amerikaanse continent tot 33° Noorderbreedte en door de loxodroom van een punt op 33° Noorderbreedte en 123° Westerlengte naar een punt op 13° Noorderbreedte en 105° Westerlengte;
in het zuiden door de parallel van 13° Noorderbreedte.
Seizoenen:
Tropisch:
1 maart tot en met 30 juni en
1 november tot en met 30 november
Zomer:
1 juli tot en met 31 oktober
1 december tot en met 28/29 februari
- 7.
In de zuidelijke Stille Oceaan
- a.
De Golf van Carpentaria ten zuiden van 11° Zuiderbreedte.
Seizoenen:
Tropisch:
1 april tot en met 30 november
Zomer:
1 december tot en met 31 maart
- b.
Een gebied begrensd
in het noorden en oosten door de zuidelijke grens van de tropische vaarzone;
in het zuiden door de Steenbokskeerkring van de oostkust van Australië tot 150° Westerlengte, van daar door de meridiaan van 150° Westerlengte tot 20° Zuiderbreedte en van daar door de parallel van 20° Zuiderbreedte tot het punt waar deze de zuidelijke grens van de tropische vaarzone snijdt;
in het westen door de grenzen van het gebied behorende tot de tropische vaarzone dat gelegen is binnen het Great Barrier Reef en door de oostkust van Australië.
Seizoenen:
Tropisch:
1 april tot en met 30 november
Zomer:
1 december tot en met 31 maart
Voorschrift 50. Zomervaarzones
De overige gebieden vormen de zomervaarzones.
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner is evenwel het gebied dat wordt begrensd
in het noorden en westen door de oostkust van de Verenigde Staten;
in het oosten door de meridiaan van 68° 30′ Westerlengte van de kust van de Verenigde Staten tot 40° Noorderbreedte en van daar door de loxodroom naar een punt op 36° Noorderbreedte en 73° Westerlengte;
in het zuiden door de parallel van 36° Noorderbreedte, een periodiek wintervaargebied.
Seizoenen:
Winter: | 1 november tot en met 31 maart |
Zomer: | 1 april tot en met 31 oktober |
Voorschrift 51. Binnenzeeën
1
Oostzee
Deze zee, die wordt begrensd door de parallel van Kaap Skagen in het Skagerrak, wordt gerekend tot de zomervaarzones.
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner is deze zee evenwel een periodiek wintervaargebied.
Seizoenen:
Winter: | 1 november tot en met 31 maart |
Zomer: | 1 april tot en met 31 oktober |
2
Zwarte Zee
Deze zee wordt gerekend tot de zomervaarzones.
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner is het gebied ten noorden van 44° Noorderbreedte evenwel een periodiek wintervaargebied.
Seizoenen:
Winter: | 1 december tot en met 28/29 februari |
Zomer: | 1 maart tot en met 30 november |
3
Middellandse Zee
Deze zee wordt gerekend tot de zomervaarzones.
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner is evenwel het gebied dat wordt begrensd
in het noorden en westen door de kust van Frankrijk en van Spanje en de meridiaan van 3° Oosterlengte van de kust van Spanje tot 40° Noorderbreedte;
in het zuiden door de parallel van 40° Noorderbreedte van 3° Oosterlengte tot de westkust van Sardinië;
in het oosten door de westkust en noordkust van Sardinië van 40° Noorderbreedte tot 9° Oosterlengte, van daar door de meridiaan van 9° Oosterlengte, tot de zuidkust van Corsica, van daar door de westkust en noordkust van Corsica tot 9° Oosterlengte en van daar door de loxodroom naar Kaap Sicié,
een periodiek wintervaargebied.
Seizoenen:
Winter: | 16 december tot en met 15 maart; |
Zomer: | 16 maart tot en met 15 december. |
4
Japanse Zee
Ten zuiden van de parallel van 50° Noorderbreedte wordt deze zee gerekend tot de zomervaarzones.
Voor schepen van 100 meter (328 voet) lengte of kleiner is evenwel het gebied tussen de parallel van 50° Noorderbreedte en de loxodroom van de oostkust van Korea op 38° Noorderbreedte naar de westkust van Hokkaido, Japan, op 43° 12′ Noorderbreedte een periodiek wintervaargebied.
Seizoenen:
Winter: | 1 december tot en met 28/29 februari; |
Zomer: | 1 maart tot en met 30 november |
Voorschrift 52. De lijn voor Noordatlantische winteruitwatering
Het deel van de Noordatlantische Oceaan bedoeld in Voorschrift 40 6 (Bijlage I) omvat:
- a.
het gedeelte van de periodieke wintervaarzone II in de Noordatlantische Oceaan dat ligt tussen de meridiaan van 15° Westerlengte en de meridiaan van 50° Westerlengte;
- b.
de gehele periodieke wintervaarzone I in de Noordatlantische Oceaan, waarbij de Shetlandeilanden dienen te worden beschouwd als op de grens te liggen.