Regeling aftappen openbare telecommunicatienetwerken en -diensten
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2016
- Bronpublicatie:
13-12-2016, Stcrt. 2016, 68708 (uitgifte: 19-12-2016, regelingnummer: WJZ/16152284)
- Inwerkingtreding
28-12-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2016, Stb. 2016, 535 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 03-02-2016, Stb. 58.
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
De afgetapte telecommunicatie die door de aanbieder van een in artikel 2 aangewezen openbaar telecommunicatienetwerk of openbare telecommunicatiedienst ter uitvoering van een bijzondere last aan de bevoegde autoriteiten wordt doorgegeven, voldoet, voorzover het een circuitgeschakeld openbaar telecommunicatienetwerk of circuitgeschakelde openbare telecommunicatiedienst betreft, aan de volgende eisen:
- a.
de telecommunicatie omvat alle signalen die vanaf het netwerkaansluitpunt of door de gebruiker waarop de bijzondere last betrekking heeft worden verzonden en ontvangen, met inbegrip van signalen voor de activering en deactivering van de faciliteiten telefonisch vergaderen en het omleiden van oproepen alsmede andere signalen die aangeven dat de status van de verbinding dan wel van de eindapparatuur is gewijzigd;
- b.
de telecommunicatie is voorzien van de navolgende identificerende gegevens:
- 1°
de nummers van de netwerkaansluitpunten of van de gebruikers waartussen de oproep plaatsvond;
- 2°
de nummers van de netwerkaansluitpunten of van de gebruikers waarlangs en waartussen de oproep plaatsvond bij omleiding van de oproep;
- 3°
datum en tijdstip van begin en einde van de oproep;
- c.
de telecommunicatie en de identificerende gegevens worden uitsluitend eenduidig gekoppeld ter beschikking gesteld;
- d.
indien de verbinding tussen het netwerk of de dienst van de desbetreffende aanbieder en de faciliteiten van de bevoegde autoriteit niet van permanente aard is, worden de telecommunicatie en de identificerende gegevens niet doorgegeven voordat een, na overleg met de aanbieder, door de bevoegde autoriteit vast te stellen authenticatieprocedure is gevolgd;
- e.
indien de verbinding tussen het netwerk of de dienst van de desbetreffende aanbieder en de faciliteiten van de bevoegde autoriteit van zodanige aard is dat personen direct kennis kunnen nemen van de inhoud van de telecommunicatie, wordt de telecommunicatie versleuteld op een, na overleg met de aanbieder, door de bevoegde autoriteit vast te stellen wijze.