Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren
Artikel 11 Traceerbaarheidsvoorschriften voor levende producten van honden en katten, andere landdieren dan runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen die in geconsigneerde inrichtingen worden gehouden, en dieren van de families Camelidae en Cervidae
Geldend
Geldend vanaf 22-06-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 21 april 2021.
- Bronpublicatie:
05-03-2021, PbEU 2021, L 194 (uitgifte: 02-06-2021, regelingnummer: 2021/880)
- Inwerkingtreding
22-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2021, PbEU 2021, L 194 (uitgifte: 02-06-2021, regelingnummer: 2021/880)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Exploitanten die levende producten van honden of katten, andere landdieren dan runderen, varkens, schapen, geiten of paardachtigen die in geconsigneerde inrichtingen worden gehouden, of dieren van de familie Camelidae of Cervidae winnen, produceren, verwerken of opslaan, merken elk rietje of elke andere verpakking waarin sperma, oöcyten of embryo's al dan niet in individuele doses worden geplaatst, opgeslagen en vervoerd op zodanige wijze dat de volgende informatie gemakkelijk kan worden vastgesteld:
- a)
de datum van winning of productie van die levende producten;
- b)
de soort, in voorkomend geval de ondersoort, en de identificatie van de donordieren;
- c)
een van de volgende gegevens:
- i)
indien de inrichting waar de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen een uniek registratienummer heeft, dat uniek registratienummer, dat de ISO 3166-1 alpha-2-code omvat van het land waar de inrichting is geregistreerd;
- ii)
indien de inrichting waar de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen, een geconsigneerde inrichting is, het unieke erkenningsnummer, dat de ISO 3166-1 alpha-2-code omvat van het land waar de erkenning is verleend;
- d)
eventuele andere gegevens.
2.
Wanneer sperma op geslacht wordt gesorteerd in een andere inrichting dan de inrichting waar het is gewonnen of geproduceerd, vult de exploitant van de inrichting waar het sperma is gewonnen of geproduceerd de in lid 1 bedoelde informatie aan met informatie die de identificatie mogelijk maakt van de inrichting waar het sperma op geslacht is gesorteerd.
3.
In afwijking van lid 1 mag de exploitant, wanneer het sperma van de in lid 1 bedoelde dieren als pellets is ingevroren, de goblet die de pellets sperma van één enkel donordier bevat merken in plaats van elke afzonderlijke pellet in die goblet.
4.
Wanneer een rietje of een andere verpakking sperma bevat dat van meer dan één donordier is gewonnen, zorgt de exploitant ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie de identificatie van alle donordieren omvat.