Einde inhoudsopgave
Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 16-11-2023
- Bronpublicatie:
08-11-2023, Stb. 2023, 410 (uitgifte: 15-11-2023, kamerstukken: 36358)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2023, Stb. 2023, 410 (uitgifte: 15-11-2023, kamerstukken: 36358)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;
- b.
rechterlijke ambtenaren: de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de rechterlijke organisatie;
- c.
salaris: het bedrag waarop de rechterlijk ambtenaar in verband met het vervullen van een ambt, met inachtneming van het bij of krachtens de artikelen 1ab, 7 en 9, eerste en derde lid, van deze wet bepaalde, aanspraak heeft;
- d.
bezoldiging: het salaris van de rechterlijk ambtenaar, vermeerderd met een periodieke schadeloosstelling of een andere geldelijke tegemoetkoming bij of krachtens deze wet, en met de toelagen, die in de op deze wet berustende regelgeving zijn aangewezen als tot de bezoldiging behorende toelagen, waarop hij aanspraak heeft;
- e.
ambt: de door de rechterlijk ambtenaar te vervullen functie;
- f.
burgerlijke rijksambtenaren: degenen die door het Rijk zijn aangesteld om in burgerlijke openbare dienst werkzaam te zijn.
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder functionele autoriteit:
- a.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een rechtbank: het bestuur van die rechtbank;
- b.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een gerechtshof: het bestuur van dat gerechtshof;
- c.
ten aanzien van de vice-presidenten van, de raadsheren in, de raadsheren in buitengewone dienst bij, de griffier en substituutgriffier van, en de gerechtsauditeurs bij de Hoge Raad: de president van de Hoge Raad;
- d.
ten aanzien van de plaatsvervangend procureur-generaal, de advocaten-generaal, de advocaten-generaal in buitengewone dienst en de plaatsvervangende advocaten-generaal bij de Hoge Raad: de procureur-generaal bij de Hoge Raad;
- e.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket: het hoofd van dat arrondissementsparket;
- f.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het landelijk parket: het hoofd van het landelijk parket;
- g.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het functioneel parket: het hoofd van het functioneel parket;
- h.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie: het hoofd van het parket centrale verwerking openbaar ministerie;
- i.
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het ressortsparket: het hoofd van het ressortsparket;
- j.
ten aanzien van de hoofden van de in de onderdelen e tot en met i bedoelde parketten en de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het parket-generaal: het College van procureurs-generaal;
- k.
ten aanzien van de leden van het College van procureurs-generaal: Onze Minister.